1.3 Hoofdzinnen en bijzinnen (deel 2) - HZ als vraag

1.3 Hoofdzinnen als vraag
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.3 Hoofdzinnen als vraag

Slide 1 - Slide

Vraagzinnen
Kunnen beginnen op 2 manieren:
- Persoonsvorm           Ga jij morgen naar school?
Je kan antwoord geven met ja/nee.

- Vraagwoord                Wat ga je morgen doen?
Je kan geen antwoord geven met ja/nee.


Slide 2 - Slide

Vraagwoorden
wie                                                      hoe
wat                                                      hoeveel
waar
waarom
welk (e)
wanneer

Slide 3 - Slide

Woordvolgorde vraagzin
Onderwerp na persoonsvorm

(Vraagwoord)
PV
O
rest
ww
Hebben
jullie
het huiswerk
gemaakt?
Waarom
wil 
je
haar niet
bellen?
Wat
moeten
we
zaterdag
doen?

Slide 4 - Slide

Vraagwoord als deel onderwerp
Wie, wat, welk(e) en hoeveel: kan deel zijn van het onderwerp.
Na de persoonsvorm krijg je dan vaak het woordje er.

Vraagwoord = o
PV
rest
ww
Wie
heeft
er voor mij
gebeld?
Welke cursisten
moeten
er hun huiswerk
inleveren?

Slide 5 - Slide

Oefening 12
Vul het juiste vraagwoord of de juiste persoonsvorm in. 

Bijvoorbeeld:

______________  geeft jullie morgen les?  
Mevrouw van der Heide

Slide 6 - Slide

_________ is de docent van jullie groep?
Hatice

Slide 7 - Open question

___ is jullie docent geboren?
In Turkije

Slide 8 - Open question

______ ze dan wel goed genoeg Nederlands spreken? Ja, zeker wel.

Slide 9 - Open question

_____ kan dat?
Ze is vanaf haar zesde jaar in Nederland.

Slide 10 - Open question

________ opleiding heeft ze dan gedaan? Lerarenopleiding Nederlands

Slide 11 - Open question

Oefening 13
Maak goede vragen bij de antwoorden

Bijvoorbeeld.

________________________________________________________?
Ja, dat vind ik lekker. 

Slide 12 - Slide

Ja, ik kom vanavond thuis eten.

Slide 13 - Open question

Nee, ik vind het huiswerk moeilijk.

Slide 14 - Open question

Nee, Maria komt uit Chili.

Slide 15 - Open question

Ja, de docent heeft mij ook gebeld.

Slide 16 - Open question

Omdat ik een goed cijfer wil halen.

Slide 17 - Open question

Hoe goed lukt het jou om vraagzinnen te maken?
0100

Slide 18 - Poll