2223 3HV week 11 phrases- clés en werkwoord op -ir

Bonjour!
- Enlève ton manteau
- Chewing gum à la poubelle
- Range ton téléphone
- Prends ton livre et ton cahier

MERCI!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bonjour!
- Enlève ton manteau
- Chewing gum à la poubelle
- Range ton téléphone
- Prends ton livre et ton cahier

MERCI!

Slide 1 - Slide

   Check - in


Quelle est ta série préférée?
Qu'est-ce que tu aimes faire?
Pourquoi tu aimes faire ça?
Que'est-ce que tu n'aimes pas faire?
timer
6:00

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

Aan het eind van de les 
1) weet je of je de vervoegingen van een regelmatig werkwoord op -ir kent

2) kun je vertellen welke serie jij leuk vindt, wat je leuk vindt om te doen en waarom en wat je niet leuk vindt om te doen

Slide 3 - Slide

Terugblik week 10

Regelmatige werkwoorden 3 groepen

1. w.w. eindigen op - er (parler/ écouter/ danser)
2. w.w. eindigen op - ir (finir/ choisir/ réussir)
3. w.w. eindigen op - re (vendre/ attendre)

Slide 4 - Slide

Welke 2 stappen moet je maken om een werkwoord op "ir" te vervoegen?

Slide 5 - Open question

PRÉSENT
Werkwoorden op -er
Werkwoorden op -ir
Werkwoorden op -re
Uitgangen:
-e, -es, -e, -ons, -ez, -ent
Uitgangen:
-s, -s, ..., -ons, -ez, -ent
Uitgangen: 
-is, -is, -it, -issons, -issez, -issent

Slide 6 - Drag question

Het werkwoord finir in de tegenwoordige tijd. Combineer de juiste vormen.
Je
Tu
Il/Elle/On
Nous

Vous
Ils/Elles
finis
finissent
finit
finissez
finissons
finis

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

je (choisir)
A
je choisi
B
je choisis
C
je choisit
D
je choisir

Slide 9 - Quiz

nous (réussir)
A
réussons
B
réussions
C
réussissons
D
réunion

Slide 10 - Quiz

Elle (finir - présent)
A
finis
B
finir
C
finit
D
fins

Slide 11 - Quiz

finir
Maintenant on ... l'exercice.
A
finir
B
finis
C
finit
D
finissons

Slide 12 - Quiz

Finir : Nous ...
A
Finnons
B
Finissez
C
Finissons
D
Finissent

Slide 13 - Quiz

Finir : Ils ...
A
finit
B
finissons
C
finissez
D
finissent

Slide 14 - Quiz

Finir : Je ...
A
finit
B
finis
C
fins
D
fint

Slide 15 - Quiz

Vous................ votre travail
A
finez
B
finiez
C
finisez
D
finissez

Slide 16 - Quiz

vous (rougir)

Slide 17 - Open question

ils (finir)

Slide 18 - Open question

passé composé is...
A
een verleden tijd
B
een tegenwoordige tijd
C
een toekomende tijd

Slide 19 - Quiz

Werkwoorden op -ir in de p.c.
                                       Stappenplan

1. Kies juiste vorm van hulp w.w. avoir
2. Het volt deelw. : finir          haal "ir" eraf        fin        + i
   Bijv. Nous avons fini

Slide 20 - Slide

Comment conjuguer le participe passé (voltooid deelwoord) du passé composé? 
-er
-ir
-re
-u
-i

Slide 21 - Drag question

J'
Tu
Il / Elle
Nous
Vous
Ils / Elles
Ai
A
Ont
Avez
As
Avons

Slide 22 - Drag question

Slide 23 - Slide

Dominos des verbes p. 84 havo
1. Maak ieder 8 dominokaartjes. Gebruik zowel de présent als de passé composé.
2. Schud alle kaarten van je groepje door elkaar en verdeel de kaartjes eerlijk.
3. Leg om de beurt een kaart die past aan een eerder gelegde kaart.
4. Als je niet kunt sla je een beurt over.
5. De leerling die als eerste al zijn kaarten heeft gelegd, wint.

-issez
Robin réfléch-
-it
nous réuss-
-issons
vous grand-
timer
15:00

Slide 24 - Slide

Au travail! Voorbereiden Proef 3
Chapitre 2 maken
- exercices 1 t/m 7, 9, 10, 12 t/m 32 

Chapitre 2 leren
- Voca A, B, E, F p. 86-87
- Phrases- clés C & G p. 88

Slide 25 - Slide

Check-out            bespreek in je groepje
Dit vond ik moeilijk .......................
wat voor soort fouten heb ik gemaakt?
Hoe ga ik het verbeteren?
Ik ga dit verbeteren
..........................
Heb ik hulp nodig? ja - nee
Van wie heb ik hulp nodig?

Slide 26 - Slide