This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
De Verlichting en de Romantiek
Slide 1 - Slide
Welke vijf belangrijke begrippen van de Verlichting ken jij?
Slide 2 - Open question
De middeleeuwen waren theocentrisch. Wat was de Verlichting?
Slide 3 - Open question
In de achttiende eeuw werd er veel gediscussieerd over
A
het optimisme
B
de ratio
C
de verbanning van Baruch Spinoza
D
het geluk
Slide 4 - Quiz
Wie schreef kindergedichtjes?
A
Baruch Spinoza
B
Justus van Effen
C
Hiëronymus van Alphen
D
Sara Burgerhart
Slide 5 - Quiz
De taal van deze gedichtjes was best ingewikkeld voor kleine kinderen
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
'Proeve van kleine gedichten voor kinderen' was enorm populair. Hoe wordt dit succes verklaard?
A
Het was het eerste kinderboek in de historie van Nederland
B
Het was door een kind geschreven, dat echter anoniem wilde blijven
C
Het werd geschreven vanuit het perspectief van een kind
D
Het werd geschreven in moeilijke taal, zodat kinderen taal leerden
Slide 7 - Quiz
Welke verlichte ideeën kwam je zoal tegen in 'Proeve van kleine gedichten voor kinderen'?
A
er bestaat geen sinterklaas
B
als kind moet je al het leger in
C
je moet bang zijn voor dode mensen
D
de duivel bestaat niet
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Wat is de moraal van dit gedichtje?
Slide 10 - Open question
Drie belangrijke begrippen van de Verlichting
A
optimisme, gevoel, ratio
B
optimisme, pruikentijd, didactisch-moralistisch
C
ratio,God, didactisch-moralistisch
D
Pruikentijd, optimisme, boekdrukkunst
Slide 11 - Quiz
Verlichtingsliteratuur
1. didactisch-moralistisch tijdschrift
2. kinderliteratuur
3. imaginaire reisverhalen
4. briefroman
5. Frans-classicistisch toneel
Slide 12 - Slide
Justus van Effen had een duidelijk opvatting over hoe je een beter mens kon worden.
A
je moet altijd gehoorzaam wezen
B
je moet goed je best doen op school
C
je moet vroeg opstaan + je tijd goed gebruiken
D
je moet kritisch naar jezelf kijken
Slide 13 - Quiz
Wat is de reden om imaginaire reisverhalen te schrijven?
Slide 14 - Open question
Jules Verne schreef avontuurlijke reisbeschrijvingen met nieuwe technieken naar vele delen van de aarde en onbekende gebieden. Hij is een typisch voorbeeld voor:
A
de Verlichting
B
de Romantiek
C
hij is een uitzondering
D
hij was Amerikaan en doet niet ter zake
Slide 15 - Quiz
Vijf elementen die je vaak terug vindt in de literatuur uit de Romantiek?
Slide 16 - Open question
Sehnsucht is
A
het verlangen naar het verleden
B
het verlangen naar de onbereikbare geliefde
C
het verlangen naar het onbereikbare
D
het verlangen naar exotische oorden
Slide 17 - Quiz
De grondwet komt voort uit
A
de Verlichting
B
de Romantiek
C
de Napoleontische tijd
D
de schrik na de afscheiding met België
Slide 18 - Quiz
Sprookjes horen bij de Romantiek omdat men toen
A
geïnteresseerd was in oude volksverhalen
B
geïnteresseerd was in het verleden
C
wilde vluchten naar het platteland
D
wilde vluchten uit het hier en nu
Slide 19 - Quiz
Een ander woord voor vluchten is
A
sciencefiction
B
industrialisering
C
escapisme
D
detectives
Slide 20 - Quiz
Door de industrialisatie ontstaat er een vlucht ...
A
uit het land
B
uit de stad
C
uit de realiteit
D
uit de techniek
Slide 21 - Quiz
1848 is een belangrijk voor de Nederlandse staat. Waarom?
A
Eindelijk onderwijs voor iedereen
B
Eindelijk werd kinderarbeid verboden
C
De macht kwam meer bij het kabinet en het parlement te liggen
D
We hadden eindelijk ook een stoomtrein
Slide 22 - Quiz
Welke twee Duitse begrippen behoren bij de romantiek en wat betekenen ze?