W22 GPL klas 2

Bienvenue
Semaine 22
Le 31 mai
GPL
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue
Semaine 22
Le 31 mai
GPL

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui
  • een vraag stellen met vraagwoord
  • het vraagwoord quel

Slide 2 - Slide

Réviser
Een vraag stellen:
vragen met vraagwoord

De beste manier:
Vraagwoord + est-ce que + zin

Slide 3 - Slide

Maak de vraag op een andere manier vragend:

Tu habites où?

Slide 4 - Open question

Maak de vraag op een andere manier vragend:

Tu t'appelles comment?

Slide 5 - Open question

Maak de vraag op een andere manier vragend:

Vous allez où?

Slide 6 - Open question

Maak de vraag op een andere manier vragend:

Il va au collège comment?

Slide 7 - Open question

Maak de vraag op een andere manier vragend:

Tes parents partent quand?

Slide 8 - Open question

Traduis:


A
wie
B
wat
C
waar
D
waarom

Slide 9 - Quiz

Traduis:

Qu'est-ce que
A
hoe
B
wat
C
welke
D
wanneer

Slide 10 - Quiz

Traduis:

Hoe
A
quel
B
qui
C
pourquoi
D
comment

Slide 11 - Quiz

Traduis:

Wanneer

A
quel
B
pourquoi
C
combien
D
quand

Slide 12 - Quiz

Traduis:

Hoeveel

A
comment
B
combien
C
pourquoi
D
qui

Slide 13 - Quiz

En de laatste...
Traduis:
Wat

A
Quand est-ce que
B
Qui est-ce que
C
Quel
D
Où est-ce que

Slide 14 - Quiz

Vraagwoorden:
pourquoi
qui
comment
quand
combien
quel
qu'est-ce que
wie
waarom
hoe
waar
wat
wanneer
wat/welke
hoeveel

Slide 15 - Drag question

Expliquer
Quel:  Wat/welke

4 vormen -> past zich aan aan het zelfst. naamwoord
  1. quel         -> mannelijk enkelvoud
  2. quelle     -> vrouwelijk enkelvoud
  3. quels      -> mannelijk meervoud
  4. quelles  -> vrouwelijk meervoud

Slide 16 - Slide

Expliquer
Quel:  Wat/welke

4 vormen -> past zich aan aan het zelfst. naamwoord
  1. quel         -> mnl enkv       -> quel candidats
  2. quelle     -> vrl enkv          -> quelle pomme
  3. quels      -> mnl mv           ->  quels stylos
  4. quelles  -> vrl mv              ->  quelles chaises

Slide 17 - Slide

Expliquer
Quel:  Wat/welke

Vertaling:
Quel + vorm van être               = wat
Quel + zelfstandig naamw    = welke

Slide 18 - Slide

Ex 11a)
  1. quel
  2. quelle
  3. quelle
  4. quels
  5. quelles

Slide 19 - Slide

Wat komt er op de open plek?

.... est ton nom?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 20 - Quiz

Wat komt er op de open plek?

.... est ta date de naissance?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 21 - Quiz

Wat komt er op de open plek?

.... est ta nationalité?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 22 - Quiz

Wat komt er op de open plek?

.... est sont tes films préférés?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 23 - Quiz

Wat komt er op de open plek?

.... est sont tes séries préférées?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 24 - Quiz

Zijn er nog vragen?
Over een vraag stellen, de ontkenning, andere stof (van de toets)?

Slide 25 - Slide