Les 2.2 Optellen en aftrekken

GOEDEMORGEN

- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten
Praktisch rekenen



Blok 1
Vrijdag 21 juni 2024
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundePraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

GOEDEMORGEN

- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten
Praktisch rekenen



Blok 1
Vrijdag 21 juni 2024

Slide 1 - Slide

Check in
- Wie is er wel en wie niet
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen 
- Wat gaan we doen?

Slide 2 - Slide

Verwachtingen
 Tijdens de les:
- luister je stil naar de instructie
- hebben we respect voor elkaar
- doe je actief mee
- ben je verantwoordelijk voor je eigen gedrag
- mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
- Terugblik
- Voorkennis
- Instructie
- Aan de slag
- Afsluiting


Slide 4 - Slide

Terugblik
- Pak een laptop
- Log in op LessonUp

Beantwoord de vragen voor jezelf.

Slide 5 - Slide

-3
-7
-7
7
-10
-10
Sleep naar de goede plek
Positieve getallen
Negatieve getallen
>
=
<

Slide 6 - Drag question

Welk teken moet hiertussen?

-12 ..... 5
A
<
B
>
C
=

Slide 7 - Quiz

Wat is het tegengestelde getal van 10?
A
100
B
11
C
-11
D
-10

Slide 8 - Quiz

Welk teken moet hiertussen?

12 ..... 5
A
<
B
>
C
=

Slide 9 - Quiz

Voorkennis
Opdr. 18 Alpengebied

Kun jij het verschil uitrekenen tussen
de hoogste temperatuur en de laagste
temperatuur?








timer
2:00

Slide 10 - Slide

Doel van deze les
Je kunt
- het verschil in temperatuur berekenen
- bij een negatief getal een getal optellen of aftrekken

Slide 11 - Slide

Wat gaan we deze les doen?


- Uitleg boek
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 12 - Slide

Voorbeeld
Opgave:
Hoeveel graden is het temperatuurverschil 
tussen de thermometers?
Aanpak:
  • Je telt van −5 °C naar 0 °C. Dat is gelijk aan 5.
  • Daarna tel je van 0 °C naar 8 °C. Dat is gelijk aan 8.
  • Daarna tel je deze getallen bij elkaar op: 5 + 8 = 13.
  • Het temperatuurverschil tussen de thermometers is 13 graden.

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
Opgave:
Hoeveel graden is het temperatuurverschil tussen thermometer 3 en 4?

  • Welke temperatuur is het op thermometer 3?

  • Welke temperatuur is het op thermometer 4?

  • Wat is het verschil tussen de thermometers?

Slide 14 - Slide

Hoeveel graden is het temperatuurverschil tussen -9 graden en 7 graden
A
-16
B
-2
C
2
D
16

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

-8 + 3 =
A
11
B
-5
C
5
D
-11

Slide 19 - Quiz

-1 - 1 =
A
0
B
1
C
2
D
-2

Slide 20 - Quiz

Aan de slag!
blz. 86
blz. 88 (kijk naar het spel op blz. 87)
blz. 89

Extra uitdaging
blz. 91 opdr. 36, 37 en 38

Slide 21 - Slide

Afsluiting
blz. 91 - leerdoelencheck.

Heb jij het doel behaald?

Slide 22 - Slide