Periode 1 - week 39 - H.1.5-Spelling

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Woensdag 29 september

Wat gaan we doen:
  • Huiswerk van vandaag -H. 1.5-Spelling, blz. 30, opdr. 2.2, 4, 5
                                                        
  • Theorie H. 1.5-Spelling, blz. 31
  • AGENDA - Huiswerk donderdag 30-9, 5e uur
 --> maken: H. 1.5-Spelling, blz. 30, opdr.  8, 10, 11
--> nakijken (in LessonUp): H. 1.5-Spelling, blz. 30, opdr. 2.2, 4, 5

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van deze les ...

  • . . . weet je weer wat de leestekens en aanhalingstekens zijn

  • . . . kun je de leestekens en aanhalingstekens toepassen in de huiswerkopdrachten 


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leestekens

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zoek de fout...

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 
Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 6 - Slide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 7 - Slide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


De komma

Slide 8 - Slide

This item has no instructions


1) tussen twee persoonsvormen,
 -->Als je hard gerend hebt, rust je even uit op het gras.
2) tussen delen van een opsomming
  -->Leg je schift, je Chromebook en je lesboek op tafel
3) tussen bijvoeglijke naamwoorden:
  -->Een leuke, eenvoudige, snelle opdracht.




Een komma hoort:


Schrijf mee in je schrift!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions





-->Pak je boek erbij
-->Ga naar H. 1.5-Spelling, blz. 31
-->We lezen samen het stukje                       onderaan over 'Aanhalingstekens'

 


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Quizje!
7 vragen 
Vul in: 
de code (linksonder in het scherm) en doe mee!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Fernando vroeg: ‘Wil je de suiker aangeven?’
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Marly zei tegen Waldo: ‘Ik kan je niet vinden.’
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Het jongetje vroeg aan zijn moeder: ‘Zijn we er bijna’?
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

‘Sara zei:‘ Ik heb een super vakantie gehad!
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Thomas zei ‘Daar heb ik geen zin in.’
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet:
Levi wil je die bak met pennen potloden en stiften aangeven

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet:

Als het pijn doet geef je maar een gil

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Mike vroeg Vera heb je de toets goed gemaakt?


De bovenstaande zin kan met leestekens op twee manieren worden opgeschreven:

Wat wordt dan het verschil in de betekenis?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Mike vroeg Vera heb je de toets goed gemaakt?

Degene die de vraag stelt verschilt.


 1 = 
Mike vroeg: ‘Vera, heb je de toets goed gemaakt?’
Dan vraagt Mike iets aan Vera.

2 = ‘Mike,’ vroeg Vera ‘heb je de toets goed gemaakt?’
Dan vraagt Vera iets aan Mike.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions




-->Pak je boek en schrift erbij
-->Ga naar H. 1.5-Spelling, blz. 31

 


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag - Pak je boek+schrift
MAKEN: H. 1.5-Spelling, blz. 31, opdr. 8, 10, 11
NAKIJKEN (in LessonUp): H. 1.5-Spelling, blz. 30, 
                                                                              opdr. 2.2, 4, 5
 Wat?


Met wie?

Hulp?

Klaar?



Zelfstandig, in stilte
 Steek je vinger op
-Kijk in de planner en werk verder,
-Maak een samenvatting van de lesstof tot nu

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Nakijken: H.1.5, blz. 30, opdr. 2.2, 4, 5

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions