6.2 Hoeveel belasting betaal je? (deel 2)
H6 Iedereen betaalt belasting
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4
This lesson contains 17 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
H6 Iedereen betaalt belasting
Slide 1 - Slide
Opgave 4 (blz. 175)
a Belastbaar inkomen = € 60.000
37,1% van € 60.000 = 60.000 ÷ 100 × 37,1 = € 22.260
Slide 2 - Slide
Opgave 4 (blz. 175)
a Belastbaar inkomen = € 70.000
Stap 1: In schijf 1 zit € 68.508
In schijf 2 zit € 1.492 (= 70.000 - 68.508)
Stap 2:
Slide 3 - Slide
Opgave 4 (blz. 175)
a Belastbaar inkomen = € 70.000
Stap 1: In schijf 1 zit € 68.508
In schijf 2 zit € 1.492 (= 70.000 - 68.508)
Stap 2:
Belasting in schijf 1: 68.508 ÷ 100 × 37,1 = 25.416,47 --> € 25.416
Slide 4 - Slide
Opgave 4 (blz. 175)
a Belastbaar inkomen = € 70.000
Stap 1: In schijf 1 zit € 68.508
In schijf 2 zit € 1.492 (= 70.000 - 68.508)
Stap 2:
Belasting in schijf 1: 68.508 ÷ 100 × 37,1 = 25.416,47 --> € 25.416
Belasting in schijf 2: 1.492 ÷ 100 × 49,5 = 738,54 --> € 738
Stap 3:
Slide 5 - Slide
Opgave 4 (blz. 175)
a Belastbaar inkomen = € 70.000
Stap 1: In schijf 1 zit € 68.508
In schijf 2 zit € 1.492 (= 70.000 - 68.508)
Stap 2:
Belasting in schijf 1: 68.508 ÷ 100 × 37,1 = 25.416,47 --> € 25.416
Belasting in schijf 2: 1.492 ÷ 100 × 49,5 = 738,54 --> € 738
Stap 3: Belasting: 25.416 + 738 = € 26.154
Slide 6 - Slide
Opgave 4 (blz. 175)
a Belastbaar inkomen = € 80.000
Stap 1: In schijf 1 zit € 68.508
In schijf 2 zit € 11.492 (= 80.000 - 68.508)
Stap 2:
Belasting in schijf 1: 68.508 ÷ 100 × 37,1 = 25.416,47 --> € 25.416
Belasting in schijf 2: 11.492 ÷ 100 × 49,5 = 5.688,54 --> € 5.688
Stap 3: Belasting: 25.416 + 5.688 = € 31.104
Slide 7 - Slide
Opgave 4 (blz. 175)
a Belastbaar inkomen = € 90.000
Stap 1: In schijf 1 zit € 68.508
In schijf 2 zit € 21.492 (= 90.000 - 68.508)
Stap 2:
Belasting in schijf 1: 68.508 ÷ 100 × 37,1 = 25.416,47 --> € 25.416
Belasting in schijf 2: 21.492 ÷ 100 × 49,5 = 10.638,54 --> € 10.638
Stap 3: Belasting: 25.416 + 10.638 = € 36.054
Slide 8 - Slide
Opgave 4 (blz. 175)
b
36.054
31.104
22.260
26.154
deel
----------- x 100
geheel
Slide 9 - Slide
Opgave 4 (blz. 175)
b
36.054
31.104
22.260
26.154
deel
----------- x 100
geheel
€ 26.154 ÷ € 70.000 × 100 = 37,36.. --> 37,4%
€ 31.104 ÷ € 80.000 × 100 = 38,88 --> 38,9%
€ 36.054 ÷ € 90.000 × 100 = 40,06 --> 40,1%
Er is hier sprake van een ...
progressief tarief: je betaalt in procenten meer naarmate je inkomen toeneemt.
Slide 10 - Slide
6.2 Hoeveel belasting betaal je? (deel 1)
- Ik kan uitleggen hoe je de vermogensrendementsheffing berekent
- Ik kan uitleggen wat een heffingkorting is
Slide 11 - Slide
Belasting betalen ... in 3 boxen
Box 1: belastbaar inkomen uit werk en eigen woning
(§ 6.1 + § 6.2)
Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang, bijv. > 5% aandelen
Box 3: inkomen uit vermogen, bijv. spaargeld en beleggingen
(§ 6.2)
Slide 12 - Slide
Box 3: Vermogen = spaargeld + beleggingen - schulden
(m.u.v. hypotheek)
Vermogen
Heffingsvrij vermogen (= ong. € 50.000 per persoon)
- ------------------------------
Belastbaar vermogen
De belasting die je in box 3 betaalt over het belastbaar vermogen = vermogensrendementsheffing
Slide 13 - Slide
Belastbaar vermogen
De overheid gaat uit van een fictief rendement van gemiddeld
en dit rendement wordt belast met
1,9%
31%
Percentages veranderen elk jaar (en per opgave)
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Eindschema
Belasting box 1
Belasting box 3
----------------------------------------- +
Totale belasting
Heffingskortingen
----------------------------------------- -
Verschuldigde inkomstenbelasting
Let op!
heffingskortingen zijn wat anders dan aftrekposten (zie ook § 6.1)
Slide 16 - Slide
Aan de slag!
Maken paragraaf 6.2:
- lees bladzijde 176 + bladzijde 177
- maak opdracht 6 t/m 9
Klaar? Kijk je opdrachten na via It's Learning :)
Niet af in de les? Dan is dit huiswerk!
