2H thema 2 BS 4 Gezonde voeding

Gezonde voeding

Havo 2
BS 4
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Gezonde voeding

Havo 2
BS 4

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Welke adviezen kun je geven over gezonde voeding op basis van de schijf van 5?
  • Wat is een gezond gewicht? En welke keuzes dragen daaraan bij?
  • Welke mogelijke oorzaken en gevolgen zijn er van eetstoornissen? 

Slide 2 - Slide

Waar zitten meer voedingsvezels in?
A
dierlijke voedingsmiddelen
B
plantaardige voedingsmiddelen

Slide 3 - Quiz

Glycogeen is een lange keten van welke voedingsstof?
A
Vet
B
Eiwit
C
Koolhydraat
D
Vitamine

Slide 4 - Quiz

Voedingsstoffen
(6 antwoorden)

Slide 5 - Mind map

Gezonde voeding
5 adviezen:
  1. Eet gevarieerd -> voldoende van elke voedingsstof
  2. Eet niet te veel en beweeg voldoende -> gewicht op orde
  3. Denk om verzadigd vet -> verhoogd kans hart- en vaatziekten
  4. Eet veel groente, fruit en vezels (200 gram/dag) -> vitaminen + vol gevoel
  5. Ga veilig om met voedsel -> ziekteverwekkers en chemische stoffen

Slide 6 - Slide

Bij voeding is het belangrijk dat je gezond en eenzijdig eet
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

'Eet veilig' is één van de adviezen voor gezond eten. Wat zijn hier voorbeelden van?
A
Groente en fruit wassen voor gebruik
B
Vlees volledig garen voor consumptie
C
Niet eten tijdens het autorijden
D
1,5 m afstand houden tijdens eten wegens corona

Slide 8 - Quiz

Energie
Hoeveelheid energie nodig afhankelijk van: 
  • Je geslacht
  • Je leeftijd,
  • Je lichaamsgrootte
  • Hoeveelheid lichamelijke inspanning
  • Het klimaat en seizoen  
Hoe warmer het is, hoe minder je hoeft te verbranden om op temperatuur te blijven bijvoorbeeld.

Slide 9 - Slide

Energie
Energie komt vrij bij ...
Hiervoor heb je brandstoffen nodig
De maat voor energie is joule (J) of calorie (cal).
Je kunt calorieën en joules naar elkaar omrekenen met de volgende formule:
1kcal = 4,2 kJ
De k staat voor kilo (x1000)

De hoeveelheid energie inname moet gelijk zijn aan het energieverbruik

Slide 10 - Slide

BMI berekenen
Om te kijken of je een gezond gewicht hebt, kun je de Body Mass Index (BMI) berekenen. Daarvoor gebruik je deze formule:


Slide 11 - Slide

BMI: wat betekent het?
Berekenen met formule
of
Aflezen in de tabel

  • <20: ondergewicht
  • 20-25: gezond gewicht
  • 25-30: overgewicht
  • >30: obesitas

Slide 12 - Slide

Afvallen...
Je valt af als je minder "energie" eet dan je gebruikt. Dan worden de reservestoffen in je lichaam gebruikt en verlies je gewicht. Je kunt dit op verschillende manieren doen. 
Niet gezond: 
  • Maaltijden minder maken dan de aanbevolen hoeveelheid. 
  • Maaltijden overslaan.
Wel gezond: 
  • Normale hoeveelheden eten en meer bewegen.
  • Tussendoortjes met weinig vet en koolhydraten eten. 
  • Alleen aanbevolen hoeveelheden eten. Vaak: meer groente, fruit, brood. Minder vlees, kaas.
  • Eet de kleinste aanbevolen hoeveelheid.
  • Eet helemaal geen tussendoortjes, maar drink wel voldoende water (geen frisdrank!)

Slide 13 - Slide

Eetstoornissen
Eetstoornis = een ziekte waardoor je niet gezond eet. 
Vaak doordat:
  • mensen graag dunner willen zijn (door voorbeelden op tv). 
  • mensen  een laag zelfbeeld hebben
  • mensen eten om met hun emoties om te gaan

3 bekende eetstoornissen:
  • Anorexia Nervosa: je eet amper, valt extreem af en bent heel bang om aan te komen. 
  • Boulimia Nervosa: je bent ook bang om te dik te zijn, maar hebt wel vreetbuien waarin je te veel eet, daarna braak je het eten weer uit of gebruikt laxeermiddelen. 
  • Binge Eating Disorder (BED):  je hebt ook vreetbuien maar braakt en laxeert niet, waardoor je juist te zwaar wordt.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Welk advies zou je geven aan iemand die wat kilo's kwijt wil raken?
A
Ontbijt overslaan
B
Kleinere maaltijden eten
C
Alleen maar groenten en fruit eten
D
Meer bewegen

Slide 16 - Quiz

Wat heb je extra nodig bij energieverrijkt dieet
A
Mineralen
B
Koolhydraatrijke voedingsmiddelen
C
Vitaminen
D
Fruit

Slide 17 - Quiz

De hoeveelheid energie die je nodig hebt, is afhankelijk van ...
A
Je gewicht
B
Je geslacht
C
Hoeveelheid lichamelijke inspanning
D
Alle drie deze factoren

Slide 18 - Quiz