Examentekst: antwoorden formuleren en prioriteren

Introductie
Stel: de overheid heeft een gevoelige fout gemaakt bij de vaststelling van de jaarlijkse belastingteruggave. Welke trigger zorgt er het snelst voor dat de overheid actie gaat ondernemen?

A Een jurist heeft de fout ontdekt en stuurt een goed onderbouwde e-mail naar de assistent van de Minister van Financiën.

B Monica Geuze vlogt over het onrecht dat haar is aangedaan door de overheid, nadat ze van haar financieel adviseur heeft gehoord dat er iets niet lijkt te kloppen.
Vandaag: wat doe je met een tekst?
Examentekst
Start direct zelfstandig en in stilte met de startopdracht:
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Introductie
Stel: de overheid heeft een gevoelige fout gemaakt bij de vaststelling van de jaarlijkse belastingteruggave. Welke trigger zorgt er het snelst voor dat de overheid actie gaat ondernemen?

A Een jurist heeft de fout ontdekt en stuurt een goed onderbouwde e-mail naar de assistent van de Minister van Financiën.

B Monica Geuze vlogt over het onrecht dat haar is aangedaan door de overheid, nadat ze van haar financieel adviseur heeft gehoord dat er iets niet lijkt te kloppen.
Vandaag: wat doe je met een tekst?
Examentekst
Start direct zelfstandig en in stilte met de startopdracht:

Slide 1 - Slide

Vorige weken
Argumenteren moet je leren (let op: toets- én examenstof!)
Oefenen met leesvaardigheid
Deze les
Oefenen met toetsvragen
Prioriteren
Vooruitblik
Volg de module nauwgezet
Zorg ervoor dat je de theorie kent, zodat je die kunt toepassen

Slide 2 - Slide

Wat maakt lezen lastig?
(maar vooral relevant?)

Slide 3 - Slide

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen

Slide 4 - Slide

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen
Om ze correct te kunnen herkennen en benoemen in oefenopgaven uit de module.

Slide 5 - Slide

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen
Om ze correct te kunnen herkennen en benoemen in oefenopgaven uit de module.
Daardoor kun je de theorie vervolgens met vertrouwen en op de juiste manier toepassen in een hele tekst.

Slide 6 - Slide

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen
Om ze correct te kunnen herkennen en benoemen in oefenopgaven uit de module.
Daardoor kun je de theorie vervolgens met vertrouwen en op de juiste manier toepassen in een hele tekst.
Zodat je zowel binnen als buiten de lessen Nederlands meer begrijpt, beter begrepen wordt én meer invloed hebt.

Slide 7 - Slide

Lees de tekst en beantwoord de volgende vragen:


Wat is het belangrijkste tekstdoel van deze tekst?

Formuleer de hoofdgedachte die alinea 3 het best weergeeft.

Het woord brutalen heeft een negatieve klank. Toch gedragen degenen die in de tekst als brutaal bestempeld worden, zich niet per se negatief. Leg in een of meer volledige zinnen uit waarom 'brutalen' niet goed gebruikt zou zijn in tekst 2. Gebruik niet meer dan 20 woorden.
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Je beantwoordt in een groepje zelfstandig en in stilte de vragen.
timer
6:00

Slide 9 - Slide

Lees elkaars antwoord en prioriteer de uitwerkingen van sterk naar zwak.

Slide 10 - Slide

Draai door naar een ander groepje, dat andere vragen heeft beantwoord.

Prioriteer hun antwoorden.

Slide 11 - Slide