Leesvaardigheid (introductie)

Vandaag: introductie
Pak alvast je pen
Maak een keuze
Fouten maken

Welke stelling past het beste bij jou?

A Als een leerling een onvoldoende staat op een vak, moeten de ouders extra helpen bij een praktische opdracht, zodat het een ruime voldoende oplevert;

B Als een leerling een onvoldoende staat op een vak, moeten de ouders zich juist niet bemoeien met de praktische opdracht, zodat de leerling zelf extra werk moet leveren;

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Vandaag: introductie
Pak alvast je pen
Maak een keuze
Fouten maken

Welke stelling past het beste bij jou?

A Als een leerling een onvoldoende staat op een vak, moeten de ouders extra helpen bij een praktische opdracht, zodat het een ruime voldoende oplevert;

B Als een leerling een onvoldoende staat op een vak, moeten de ouders zich juist niet bemoeien met de praktische opdracht, zodat de leerling zelf extra werk moet leveren;

Slide 1 - Slide

Vorige les
Je hebt de module taalkunde afgerond.
Deze les
Introductie leesvaardigheid
Vooruitblik
Morgen: werken in Kern Nederlands

Slide 2 - Slide

Hoge verwachtingen
Je benut mijn lessen optimaal en ongestoord.

Slide 3 - Slide

Opbouw van de lessen Nederlands
De lessen zijn doordacht en voorspelbaar.

Slide 4 - Slide

Leren tijdens de lessen
Je verwerkt de leerstof vaak zelfstandig en in stilte.

Slide 5 - Slide

Waarom leesvaardigheid?
Om een kritische en geïnformeerde deelnemer aan onze maatschappij te zijn, helpt het om een geoefende lezer te zijn die de inhoud van teksten kan beoordelen op bruikbaarheid en betrouwbaarheid.

Slide 6 - Slide

Hoe ga je leren?
Lezen is een vaardigheid. Dat betekent dat je actief moet leren om van kennen naar kunnen te gaan.

Slide 7 - Slide

Wat ga je leren en doen?
De komende weken leer je argumentatie te herkennen, te benoemen en te gebruiken. Daarnaast herhaal je theorie over leesvaardigheid.
Afsluiting: een toets over leesvaardigheid in juni (3x)

Slide 8 - Slide

Wat maakt lezen lastig?
(maar vooral relevant?)

Slide 9 - Slide

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen

Slide 10 - Slide

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen
Om ze correct te kunnen herkennen en benoemen in oefenopgaven uit de module.

Slide 11 - Slide

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen
Om ze correct te kunnen herkennen en benoemen in oefenopgaven uit de module.
Daardoor kun je de theorie vervolgens met vertrouwen en op de juiste manier toepassen in een hele tekst.

Slide 12 - Slide

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen
Om ze correct te kunnen herkennen en benoemen in oefenopgaven uit de module.
Daardoor kun je de theorie vervolgens met vertrouwen en op de juiste manier toepassen in een hele tekst.
Zodat je zowel binnen als buiten de lessen Nederlands meer begrijpt, beter begrepen wordt én meer invloed hebt.

Slide 13 - Slide

Lees de tekst 
Beantwoord de volgende vragen:
Je leert zelfstandig en in stilte
Hulp nodig?
Noteer je vraag en ga door met de volgende vragen.


Klaar?
Laat je antwoorden controleren.
Kern: H3, vanaf pagina 14
Opdrachten: 1, 2, 6 en 7

1. Wat is het tekstdoel van deze tekst? Leg je antwoord uit.

2. Vul onderstaande oorzaak-gevolgketen aan:

Als ouders [..1..], leidt dat tot [..2..].

3. Stel dat je ouders jou heel overdreven blijven behoeden voor fouten. Welk argument uit deze tekst zou jij dan kunnen gebruiken om ervoor te zorgen dat ze jou gaan loslaten?
timer
10:00

Slide 14 - Slide