Les 4 Taaltoets

Les 4 Taaltoets
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 4 Taaltoets

Slide 1 - Slide

Noteer de juiste spelling van de werkwoorden tussen haakjes in je schrift. 
Het meisje wordt hopelijk goed …[begeleiden], want ze heeft  hulp nodig.
Hoewel hij zei dat hij ziek was, …. [melden] de medewerker zich gisteren weer.
Deze jongen … (bederven, v.t.) al jaren de sfeer in de klas.
Zij heeft hem al twee keer…. [overladen] met cadeautjes.
…….[Berichten) jij de teamleider snel?
Het …….[gebeuren] ons niet vaak dat we te laat komen.
De leuk ……. [verkleden] clown stond in het circus.
‘…….. [Houden] eens je mond!’, riep opa vanuit zijn stoel.





Slide 2 - Slide

Lesdoelen
- Je leert wanneer je er (hier, daar, waar) + voorzetsel los of aan elkaar schrijft;
- Je leert (weer) wanneer je de tussen-s en tussen -n in een samenstelling moet gebruiken.

Slide 3 - Slide

Lesprogramma
- Welkom (5 min)
- Lezen: Jongen op de berg (25 min)
- Terugblik (5 min)
- Uitleg spelling (10 min)
- Zelfstandig werken (20 min)

Slide 4 - Slide

H4
Maken opdracht 5
in je reader.

Slide 5 - Slide

Terugblik
werkwoordspelling: begintaak

Slide 6 - Slide

Noteer de juiste spelling van de werkwoorden tussen haakjes in je schrift. 
Het meisje wordt hopelijk goed …[begeleiden], want ze heeft  hulp nodig.
Hoewel hij zei dat hij ziek was, …. [melden] de medewerker zich gisteren weer.
Deze jongen … (bederven, v.t.) al jaren de sfeer in de klas.
Zij heeft hem al twee keer…. [overladen] met cadeautjes.
…….[Berichten) jij de teamleider snel?
Het …….[gebeuren] ons niet vaak dat we te laat komen.
De leuk ……. [verkleden] clown stond in het circus.
‘…….. [Houden] eens je mond!’, riep opa vanuit zijn stoel.





Slide 7 - Slide

Huiswerk
Talent 4.9 opdracht 3 en 4

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Uitleg spelling 5.9

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Even checken
leven + weg =
bruid  +  suite = 
station + straat =
stad + schouwburg = 




Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Even checken
hond + mand = 
gedachte + stroom = 
zon + straal =
rijst + pap =
beer + sterk 


Slide 18 - Slide

Aan de slag
Maak van Talent 5.9 opdracht 3, 4 en 7

Slide 19 - Slide