Les werkwoordspelling en fictie

Les werkwoordspelling en fictie
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les werkwoordspelling en fictie

Slide 1 - Slide

Begintaak (hierna ga je lezen in je leesboek)
Je maakt deze opdracht zelf, dus in stilte!
Pak je schrift en noteer daarin de juiste spelling van het werkwoord dat tussen haakjes staat:

1. Gelukkig wordt Zeeland ... (beschermen) door hoge dijken.
2. Hij ... (beschermen) zijn broertje tegen de pestkoppen.
3. Het meisje ... (verkleden) zich voor het feest.
4. Het ... (verkleden) meisje werd opgehaald voor het feest.
5. Mijn ... (verbranden) hand werd vakkundig verbonden door de arts.

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
-Je leert je mening onderbouwen met argumenten.
-Je leert verschillende soorten argumenten gebruiken.

Slide 3 - Slide

Lesprogramma
- Begintaak (5 min)
- Lezen in leesboek (10 min)
- Terugblik: begintaak en huiswerk (15 min)
- Uitleg fictie en tekst lezen (20 min)
- Zelfstandig werken (15 min)

Slide 4 - Slide

Begintaak 
Pak je schrift en noteer daarin de juiste spelling van het werkwoord dat tussen haakjes staat:

1. Gelukkig wordt Zeeland ... (beschermen) door hoge dijken.
2. Hij ... (beschermen) zijn broertje tegen de pestkoppen.
3. Het meisje ... (verkleden) zich voor het feest.
4. Het ... (verkleden) meisje werd opgehaald voor het feest.
5. Mijn ... (verbranden) hand werd vakkundig verbonden door de arts.

Slide 5 - Slide

Huiswerk 
Talent 4.9 : opdracht 3, 5, 6 (blz. 68-69)5.9 opdracht 3, 4 en 5 (blz. 137)

Slide 6 - Slide

Hij verbrande zijn hand.
- Het werkwoord is goed gespeld (zitten).
- Het werkwoord is verkeerd gespeld (staan).

Slide 7 - Slide

Hij verkocht die dag tien auto's.
- Het werkwoord is goed gespeld (zitten).
- Het werkwoord is verkeerd gespeld (staan).

Slide 8 - Slide

De lamp verlichte het hele huis.
- Het werkwoord is goed gespeld (zitten).
- Het werkwoord is verkeerd gespeld (staan).

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

In stilte tekst 1 lezen
en opdracht 3 maken (blz. 8 - 11)

Slide 11 - Slide

Hoe zou jij dit fragment met één woord beoordelen?
Waarom heb je dit woord gekozen?

Slide 12 - Slide

Pak je Plenda en noteer het huiswerk voor woensdag
Maak uit Talent B: 4.1 Fictie opdracht 3, 6 en 7 ( blz. 11-15).

Woensdag: laptop meenemen!

Slide 13 - Slide