Je kunt van 2 korte zinnen 1 zin maken. Je plakt ze dan aan elkaar vast met een verbindings- of signaalwoord. Bijvoorbeeld zo:
J'aime le chocolat ET j'aime la glace.
In deze zin is ET (en) het verbindingswoord.
Andere veel gebruikte verbindingswoorden zijn MAIS (maar) en DONC (dus).
Ze geven een verband tussen de 2 delen aan.