FA trede 9.1: Aftrap trede 9 + bezittelijk voornaamwoord




Aujourd'hui c'est mercredi le 17 mai
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson




Aujourd'hui c'est mercredi le 17 mai

Slide 1 - Slide

Leerdoel 
  • Ik begrijp de bezittelijke voornaamwoorden mon / ma in het Frans
  • Ik kan het bezittelijk voornaamwoord mon / ma in het Frans toepassen
  • Ik beheers de helft van de woordenlijst van trede 9. 

Slide 2 - Slide

Le pronom possessif


"C'est ma carotte!"

Slide 3 - Slide

Le pronom possessif
Le pronom possessif = het bezittelijk voornaamwoord.

Mon nom est Guus.                          Ma chambre est grande.

Mijn naam is Guus.                            Mijn kamer is groot.

Slide 4 - Slide

m - v- mv ?Voorbeeld:
Kijk naar het zelfstandig
naamwoord ACHTER het 
bezittelijk voornaamwoord!

 
J'habit ici, voilà ...... maison

        Le pronom possessif
        
                          mannelijk        vrouwelijk    

mijn                      mon                  ma                 

                 

Slide 5 - Slide

Let op:

Het Frans kijkt naar het woord waar het bezittelijk voornaamwoord bij hoort om te bepalen welk woord je nodig hebt. 
Het LE of LA  bepaalt!!

Slide 6 - Slide

m  - v - mv ?
Hoe weet je nu of je
mannelijk, vrouwelijk of meervoud 
moet gebruiken?

Regarde, c'est ....... copine. (mijn)

Slide 7 - Slide

m  - v - mv ?
Kijk naar het zelfstandig naamwoord
ACHTER
het bezittelijk voornaamwoord.

Copine = la copine = vrouwelijk 
DUS: mijn + vrouwelijk = ma copine

Slide 8 - Slide

let op: klinkerregel!
l'école = vrouwelijk

Mon école s'appelle Rodenborch.


Slide 9 - Slide

let op: klinkerregel!
l'école = vrouwelijk

Mon école s'appelle Rodenborch.

Ma école mag niet vanwege klinkerbotsing!

Slide 10 - Slide

Hoe vertaal je:
"mijn nichtje"
A
mon cousine
B
ma cousine

Slide 11 - Quiz

Hoe vertaal je:
"mijn opa"?
A
mon grand-père
B
ma grand-père

Slide 12 - Quiz

Hoe vertaal je:
"mijn familie"?
A
mon famille
B
ma famille

Slide 13 - Quiz

Hoe vertaal je:
"mijn oma"?
A
mon grand-mère
B
ma grand-mère

Slide 14 - Quiz

vertaal:
mijn huis (la maison)

Slide 15 - Open question

mijn hond

Slide 16 - Open question

Quizlet
www.quizlet.live

MCS-21S

Slide 17 - Slide

Werkdoelen week 20
  • La famille
  • Quizlet: trede 9

Slide 18 - Slide