§8.1 Bloed

LessonUp


Ga naar student.lessonup.io, log in en open de les met de code linksonderin (4 cijfers).
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

LessonUp


Ga naar student.lessonup.io, log in en open de les met de code linksonderin (4 cijfers).

Slide 1 - Slide

Programma
  • Welkom

  • (Herhalen stof + bespreken vragen/huiswerk)
  • Nieuwe stof
  • Opdracht/werkvorm
  • Klassikale afsluiting
  • Aan de slag/huiswerk

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

Leerdoelen
Je kan uitleggen waar bloed uit bestaat.
Je kan uitleggen hoe bloed stoffen vervoert.
Je kan uitleggen wat er verandert bij inspanning van je lichaam.

Slide 4 - Slide

Waaruit bestaat bloed?
  • Bloedplasma
  • Bloedcellen

Bloedcellen zijn:
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes

Slide 5 - Slide

Rode bloedcellen
  • Vervoeren zuurstof door je lichaam
  • Zuurstof hecht vast aan hemoglobine
  • Hemoglobine is een rode kleurstof in de rode bloedcellen

Slide 6 - Slide

Witte bloedcellen
  • Bestrijden ziekteverwekkers
  • Witte bloedcellen type 1: Eten de ziekteverwekkers op
  • Witte bloedcellen type 2: Maken afweerstoffen (antistoffen)

Slide 7 - Slide

Type 1
Type 2

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Bloedplaatjes

  • Zorgen dat wondjes dichtgaan. 
  • In de fibrinedraden blijven rode bloedcellen hangen.
  • Dit heet bloedstolling

Slide 10 - Slide

Bloedstolling

Slide 11 - Slide

Rode beenmerg
  • Bloedcellen zijn na een paar maanden versleten
  • Je lichaam maakt dus constant nieuwe bloedcellen aan
  • Dit gebeurt in het rode beenmerg

Slide 12 - Slide

Hoe noemen we de gelige vloeistof in het bloed?

Slide 13 - Open question

Wat is de taak van rode bloedcellen?

Slide 14 - Open question

Op welke 2 manieren kunnen witte bloedcellen ziekteverwekkers bestrijden?

Slide 15 - Open question

Welk woord hoort bij "bloedplaatjes"?
A
Zuurstof
B
Bloedstolling
C
Antistoffen
D
Hemoglobine

Slide 16 - Quiz

Leerdoelen
Je kan uitleggen waar bloed uit bestaat.
Je kan uitleggen hoe bloed stoffen vervoert.
Je kan uitleggen wat er verandert bij inspanning van je lichaam.

Slide 17 - Slide

Uit elke onderdelen bestaat bloed en wat is de functie van die onderdelen?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Hoe vervoert het bloed stoffen?
  • Je bloed neemt stoffen op, vervoert die stoffen, en geeft ze ergens anders weer af.

  • Opname en afgifte van stoffen gebeurd in heel dunne bloedvaatjes: de haarvaten.

Slide 21 - Slide

Transport via bloedplasma
  • Het bloedplasma vervoert bijna alle stoffen in je lichaam.
  • De stoffen zijn opgelost in het bloedplasma, net als suiker in thee.

  • Voorbeelden: Glucosedeeltjes, vitaminen, mineralen, hormonen, antistoffen en afvalstoffen (zoals koolstofdioxide)

Slide 22 - Slide

Transport via rode bloedcellen

  • Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
  • Dit gebeurt met behulp van hemoglobine
  • Zuurstof bindt zich vast aan de hemoglobine en laat ergens anders weer los.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Bloedarmoede
  • Rode bloedcellen bevatten te weinig hemoglobine.
  • Je wordt snel moe, want er kan minder zuurstof vervoert worden.
  • Organen krijgen dus minder zuurstof.

  • Bloedarmoede kan ontstaan door een tekort aan ijzer.

Slide 26 - Slide

Wat verandert er bij inspanning?
  • Tijdens het sporten werken allerlei organen sneller.
  • Hiervoor is meer energie nodig.
  • Om meer energie te krijgen is er meer verbranding nodig.

Slide 27 - Slide

Verbranding

Slide 28 - Slide

Formule verbranding

Slide 29 - Slide

Voldoende glucose
  • Tijdens het sporten gaat het glucosegehalte in het bloed omlaag.

  • Aanvullen vanuit de 'reserves': glycogeen.

  • Adrenaline & Glucagon zetten het glycogeen om in glucose.

Slide 30 - Slide

Voldoende zuurstof
  • Ook zuurstof heb je meer nodig tijdens het sporten.

  • Zuurstof vul je aan door tijdens het sporten sneller te ademen.

  • Ook je hart gaat sneller kloppen, waardoor je bloed sneller gaat stromen.

  • Als het bloed sneller stroomt, krijgen de spieren sneller meer zuurstof.

Slide 31 - Slide

Wat is er aan de hand bij bloedarmoede?
A
Te weinig bloed
B
Veel bloed verloren (wond)
C
Te weinig bloedplasma
D
Te weinig hemoglobine

Slide 32 - Quiz

Rode bloedcellen
Bloedplasma
Bloedplaatjes
Witte bloedcellen
Zorgen voor bloedstolling
Bestrijden ziekteverwekkers
Vervoeren zuurstof met behulp van Hemoglobine
Vervoert stoffen zoals vitaminen, hormonen, Co2 etc.

Slide 33 - Drag question

Laat zien waar in je boek de formule van verbranding staat.

Slide 34 - Open question

Welke 2 hormonen spelen een rol bij glycogeen omzetten naar glucose?

Slide 35 - Open question

Aan de slag
Opdrachten 8.1 maken + nakijken
Begrippenlijst 8.1 maken
HD 7 herhalen
Test jezelf 8.1 (=huiswerk)

Slide 36 - Slide