§ 2 Spotprenten

Planning
  1. Herhaling schoolregels 
  2. Zelfstandig maken § 2
  3. Start § 3
  4. aanstaande vrijdag proefwerk: Indonesië
  5. Oefen met de digitale methode!
  6. Belangrijk : bladzijde 30/31:  Kern (herkennen en beschrijven)  +  begrippen 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning
  1. Herhaling schoolregels 
  2. Zelfstandig maken § 2
  3. Start § 3
  4. aanstaande vrijdag proefwerk: Indonesië
  5. Oefen met de digitale methode!
  6. Belangrijk : bladzijde 30/31:  Kern (herkennen en beschrijven)  +  begrippen 

Slide 1 - Slide

Telefoongebruik:
  • Telefoons uit in de telefoontas
  • Geen vrij gebruik in de les
wel voor lesdoeleinden
Ongewenst gedrag:
  • Melding mentor en ouders

Overgang les/pauze
  • In lokaal tot dat de bel gaat
  • Toiletgebruik tijdens pauze
  • Leerlingen na pauze op tijd in lokaal - geen 5 minuten!

Slide 2 - Slide



Geschiedenis
Introductie
 Nederland als industriële samenleving
 Spotprenten
Geschiedenis

Slide 3 - Slide

Tijdvak 8: Burgers & Stoommachines

Slide 4 - Slide

              Lesdoelen
Na deze paragraaf kun je een spotprent bekijken, herkennen en uitleggen. De spotprenten hebben allemaal te maken met de komst van de industrie en de gevolgen daarvan voor de arbeidersbevolking.
Veel succes!

Slide 5 - Slide

spotprenten
bekijken

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

WAT, HOE?
bladzijde 38/39 lesboek
bladzijde 34/35 werkboek
groepjes van 2 (of alleen)
maken van opdrachten
fluisteren mag, zelfstandig werken!
klaar? lezen bladzijde 40/41 lesboek
timer
10:00

Slide 8 - Slide

1 a/b
  • Gebruik HB bron 1 en het stappenplan van WB bron 1.
  •  a stap 1: Over welke tijd gaat de prent?
  • Over het jaar 1908 .
  • b stap 2: Hoe zijn de mensen en het gebouw op
  • de prent afgebeeld? Vul het schema in.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

1 c/d
  • c stap 2: Wat staat in het bijschrift?
  • ‘De kinderarbeid’ en ‘Het onverzadiglijke (onverzadigbare) monster’.
  • d stap 3: Onderstreep het juiste woord.
  • Albert Hahn was een tekenaar die opkwam voor
  • de belangen van fabrieksdirecteuren / arbeiders.

Slide 12 - Slide

1e
  • e stap 4: Over welke ontwikkeling in de geschiedenis gaat de prent?
  • Dat steeds meer kinderen onder slechte omstandigheden in de
  • fabriek moeten werken.

Slide 13 - Slide

1f
  • f stap 5: Wat wil de maker met deze prent zeggen?
  • Hij wil duidelijk maken dat kinderarbeid verkeerd is en gestopt
  • moet worden.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

2a
  • Gebruik HB bron 2.
  • a Wat zie je op de prent? (stap 2) 
  • Op de bovenste helft zie je goed geklede mensen in een casino gokken.
  • Op de onderste helft zie je mensen aan het werk bij een machine. Onder de tekening staat: Twee
  • soorten nachtarbeid.

Slide 16 - Slide

2b
  • b Wat overdrijft de maker? (stap 5)
  • C Het bijschrift: dat beide groepen bezig zijn met nachtwerk.

Slide 17 - Slide

2c
  • c Wat vindt de maker van de prent oneerlijk?
  • (stap 5)
  • Terwijl de rijken zich ’s nachts ineen casino vermaken, moeten de arbeiders keihard werken.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

3a
  • Gebruik HB bron 3.
  • a Welke twee begrippen uit paragraaf 1 passen bij deze prent? (stap 4)
  • □ Arbeidsomstandigheden.
  • □ Industriële revolutie

Slide 20 - Slide

3b
  • c Wat vindt de maker van de prent oneerlijk?
  • (stap 5)
  • De directeur is dik en wrijft in zijn handen.
  • De opzichters hebben een zweep in hun handen.
  • De arbeiders zijn aan elkaar vastgebonden en lopen gebogen.

Slide 21 - Slide

3c
  • c Met wie heeft de maker van de prent medelijden? Leg je antwoord uit. (stap 5)
  • Met de arbeiders. Volgens de tekenaar worden zij behandeld als
  • gevangenen.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

4a
  • Gebruik HB bron 4.
  • a Wat zie je op de prent? (stap 2) 
  • Een man draagt een zwaar houten kruis. Daarop staat
  • ‘arbeidstoestanden’ geschreven.
  • Op de achtergrond zijn fabrieken te zien en een donkere lucht.

Slide 24 - Slide

4 b/c
  • b Wat overdrijft de maker? (stap 3).
  • Dat arbeiders voor hun werk een zwaar kruis moeten dragen.
  • c Bedenk wat het oordeel van het rapport over de arbeidstoestanden was. Leg je antwoord uit.
  • (stap 5)
  • Het oordeel was negatief, want het omslag laat zien dat de arbeiders een kruis (een zware last) dragen.

Slide 25 - Slide

5
  • Noem een overeenkomst tussen de bronnen in je handboek.
  • De makers hebben kritiek op de manier waarop de rijken profiteren van de ellende van de arbeiders.

Slide 26 - Slide