Goniometrie H5 + H7

Goniometrie H5 + H7
wat heb je nodig?
laptop
rekenmachine
papier en pen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Goniometrie H5 + H7
wat heb je nodig?
laptop
rekenmachine
papier en pen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

This is how I feel today
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Bij welke soort driehoeken kan je goniometrie toepassen?
A
alle driehoeken
B
gelijkbenige driehoeken
C
rechthoekige driehoeken
D
gelijkzijdige driehoeken

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Welke methode moet je gebruiken om AC te kunnen berekenen?
A
symmetrie
B
hoekensom (hoeken opgeteld 180 graden)
C
de stelling van Pythagoras
D
goniometrie (sos, cas, toa)

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bereken AC. Rond af op één decimaal.
A
23,5 m
B
22,4 m
C
28 m
D
504 m

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welke goniometrische verhouding
bereken je met 2,50 : 4,10 ?

A
Sin (hoek B)
B
Cos (hoek B)
C
Tan (hoek B)
D
Geen één

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Bereken hoek B.

A
52 graden
B
0,999 graden
C
38 graden
D
31 graden

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


Wat is het goede ezelsbruggetje in Goniometrie ?
A
SAS COS TOA
B
SSO CSA TOA
C
SOS CAS TOA
D
SAS CAS TOA

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Zijde AB kan je berekenen met:
A
Pythagoras
B
sinus 43°
C
cosinus 43°
D
tangens 43°

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Bereken zijde AB. Rond af op één decimaal.
A
12,9 cm
B
17,6 cm
C
16,4 cm
D
44,6 cm

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet hoek K1 in de drieletternotatie?
A
KNM
B
KMN
C
MKN
D
LKM

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke rekenaanpak gebruik je?
pythagoras
driehoeksom
goniometrie (sos, cas, toa)

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Hoe heet onderstaande hoek in de drieletternotatie?
P2
A
PQS
B
QSP
C
SPQ
D
QPS

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

De hoeken van een driehoek
maken samen ….
A
360 graden
B
180 graden
C
90 graden
D
geen idee

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat doe je met de stelling van Pythagoras?
A
Hoeken meten
B
Zijden berekenen
C
Hoeken en zijden berekenen
D
Oppervlakte berekenen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan ik hier gebruiken om zijde AB te berekenen:

?
A
Tangens (TOA)
B
Pythagoras
C
Sinus (SOS)
D
Cosinus (CAS)

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Zijde AB kan je berekenen met:
A
Pythagoras
B
SOS
C
CAS
D
TOA

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer werk je alleen met de sinus, cosinus en tangens? (zonder -1)


A
bij berekenen van de lengte van een zijde
B
bij berekenen van een hoek

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Je wil zijde BC berekenen.
Welke berekening klopt?
A
12 : sin(36)
B
12 x sin(36)
C
sin-1(12 : 36)
D
12 : 36

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Als je weet dat de zijden van een driehoek
3,2 en 5,4 cm zijn en jij moet de derde zijde berekenen.

Op hoeveel decimalen rond je het antwoord af, als er niks over afronden bij de opgave staat?
A
geheel getal
B
1 decimaal
C
2 decimalen
D
3 decimalen

Slide 20 - Quiz

Antwoord op volgende slide


Tangens
of Pythagoras?

























Slide














Wat gebruik je om zijde AC te berekenen?
A
Pythagoras
B
Tangens

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welke van deze zijde is de overstaande rechthoekzijde en welke is de aanliggende rechthoekzijde als je hoek P zou willen berekenen?
A
PR = aanliggende rechthoekzijde QR = de overstaande rechthoekzijde
B
QR= aanliggende rechthoekzijde PQ = de overstaande rechthoekzijde
C
PQ= aanliggende rechthoekzijde QR = de overstaande rechthoekzijde
D
QR = aanliggende rechthoekzijde PR= de overstaande rechthoekzijde

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer start je met de sinus, cosinus en tangens en ga je later wel met de inverse verder?


A
bij berekenen van de lengte van een zijde
B
bij berekenen van de omtrek
C
bij berekenen van een hoek

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions