Hfst 9, paragraaf 2: Oorzaken van criminaliteit

Welkom in de les
Opgeborden
Op de grond
Aandacht!!!
Thema criminaliteit 
tekstboek: blz. 140 en 141 


Boek en laptop op tafel 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom in de les
Opgeborden
Op de grond
Aandacht!!!
Thema criminaliteit 
tekstboek: blz. 140 en 141 


Boek en laptop op tafel 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen
Gezamenlijk:
Instructie paragraaf 2


Individueel:
Lessonup maken + Werkblad


Gezamenlijk:
Afsluiten 

Slide 2 - Slide

Leerdoel

Je kan de risicofactoren van criminaliteit benoemen.


Je kan de maatschappelijke oorzaken van criminaliteit benoemen. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

ZELFSTANDIG
WAT:
Maken van je werkboek paragraaf 9.2/werken aan je PO 


HOE: 
Zelfstandig, overleggen op fluistertoon


TIJD:
20 minuten 


zelfstandig, overleggen op fluistertoon
timer
20:00

Slide 15 - Slide

Leerdoel

Je kan de risicofactoren van criminaliteit benoemen.


Je kan de maatschappelijke oorzaken van criminaliteit benoemen. 

Slide 16 - Slide

Welke redenen worden genoemd in de video waardoor jongeren in de criminaliteit belanden?

Slide 17 - Open question

Jongeren vormen een risicogroep voor criminele activiteiten. Waarom is dit denk jij?

Slide 18 - Open question

welke drie maatschappelijke oorzaken kennen we waardoor de kans groter is dat je crimineel wordt?

Slide 19 - Open question

Als je naar alle oorzaken kijkt, wie zou er dan in de samenleving het meeste kans hebben om crimineel te worden?

Slide 20 - Open question

Wat is de betekenis van risicofactoren?
A
Omstandigheden die de kans op crimineel gedrag verkleinen
B
Omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten.
C
Omstandigheden die ervoor zorgen dat je crimineel wordt.
D
Omstandigheden die ervoor zorgen dat je nooit iets fout doet.

Slide 21 - Quiz

Benoem de vijf risicofactoren die de kans op crimineel gedrag kunnen vergroten.

Slide 22 - Open question

Groepsdruk heeft te maken met het gevoel dat je iets moet doen om erbij te horen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Waarom kunnen alcohol en drugs de kans op crimineel gedrag verhogen?

Slide 24 - Open question

Komen jongeren die spijbelen of van school gaan zonder diploma sneller in aanraking met justitie?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Als je bij iemand de risicofactoren herkent, betekent dit dan meteen dat diegene crimineel word? Waarom wel of waarom niet, leg uit.

Slide 26 - Open question