LE7&8_Voorbereiding voor de theorie toets

• Biologie
• MBO
• Studiejaar 1

Programma

1. Leerdoelen
2. Toetsstof
3. Herhaling
4. Zelfstandig aan de slag

Leerdoelen LE7

• Je kan de bouw van bacteriën benoemen.
• Je kunt verschillende manieren om bacteriën in te delen beschrijven.
  
• Je kunt voorbeelden geven van schadelijke en nuttige effecten van bacteriën.
  
• Je kunt de verschillen en overeenkomsten tussen verschillende micro-organismen benoemen.
  
• Je kunt de bouw en indeling van virussen beschrijven.
  
• Je kunt de stappen en achterliggende principes van de kiemgetalbepaling, Gramkleuring en reinstrijk omschrijven.
  
• Je kunt uitleggen op welke verschillende manieren een virus zich kan vermeerderen (lytische cyclus en lysogenie)

Leerdoelen LE8

• Je kunt de verschillende macro en micro-nutrienten voor micro organismen benoemen en hun functie voor organismen benoemen.
• Je kunt de invloed van temperatuur, pH, zuurstofspanning en osmostische waarde op micro organismen benoemen en verklaren.
  
• Je bent in staat om gebruikmakend van een kiemgetalbepaling de hoeveelheid Kolonie vormende eenheden per gram of milliliter te berekenen.
  
• Je kunt de verschillende fasen van een groeicurve benoemen en koppelen aan groeiomstandigheden.   

Toetsstof

Biologie voor het MLO

• H13 (en 14)

Praktijkbundel LE7&8

• Gram-kleuring
• Reinstrijk
• Kiemgetal bepaling

Programma

1. Leerdoelen
2. Toetsstof
3. Herhaling
4. Zelfstandig aan de slag

Sleep de onderdelen naar de juiste plek

Chromosoom DNS

Plasmide DNS

Peptidoglycaanlaag

Pili

Flagel

Ribosoom

Opslagkorrel

Celmembraan

Kapsel

Onderdeel	Functie	Onderdeel	Functie
Chromosoom DNA		Peptidoglycaanlaag
Plasmide DNA		Kapsel
Ribosoom		Pili
Flagel
Opslag korrel
Celmembraan

Sleep de functie naar de juiste onderdelen

Beweging

helpen bij hechting aan een oppervlak

Informatie opslag

Extra informatie opslag

Maken van eiwitten

Opslag van voedsel

Bescherming tegen WBC

Uitwisselen van stoffen in en uit de cel

Vorm en stevigheid geven

Een antibioticum zorgt ervoor dat een bacterie
niet meer kan bewegen over een plaat (zwermen).
Op welk organel heeft het antibioticum invloed?

1. Plasmide
2. Ribosoom
3. Cytoplasma
4. Flagel

Masha heeft last van een ontstoken oog. Ze krijgt antibioticum voorgeschreven van de huisarts. Na drie dagen merkt ze dat ze erg veel last krijgt van haar buik. Leg uit hoe dit komt.

Omschrijf bij elke stap van de Gram-kleuring wat er gebeurt aan de hand van een Gram-positieve bacterie.

Is deze bacterie Gram positief
of negatief?

1. Positief
2. Negatief

Welke vorm en rangschikking
heeft deze bacterie?

1. monokok
2. diplokok
3. stafylokok
4. bacil

Wat zijn pathogene bacteriën?

Wat zijn commensaal bacteriën?

Wat zijn symbiotische bacteriën?

Hoe noem je een schimmeldraad?

1. Mycelium
2. Hyfen
3. Sporen

Wat is het mycelium?

1. Een museum voor schimmels
2. Één schimmeldraad
3. Een bundel van hyfen die zichtbaar zijn met het blote oog
4. Sporen vorming boven op de hyfen

Geef 2 verschillen tussen Gisten en Schimmels.
Geef 3 verschil tussen Gisten en Bacteriën

Maak een tekening van een Bacteriën en een Protozoën. Geef in die tekening de verschillen en de overeenkomst tussen deze twee mirco-organismen weer.
(5 min)

Uit welke onderdelen is een virus voornamelijk opgebouwd? (meerdere antwoorden zijn juist)

1. Envelop (lipoproteïnen)
2. Celmembraan (fosfolipiden)
3. Nucleïnezuur (DNA of RNA)
4. (Eiwit)mantel

Wat bedoelt men met een gastheercel?

1. Een cel die graag geïnfecteerd wordt
2. Een cel die niet geïnfecteerd kan worden
3. Een cel waarin een virus zich voortplant

HIV is het virus wat de ziekte AIDS kan veroorzaken. Iemand die het HIV virus heeft, heeft niet meteen AIDS. Leg aan de hand van de lytische en lysogene cyclus uit waarom je wel besmet kunt zijn met HIV maar geen AIDS hoeft te hebben.

We vullen de tabel samen in

	Eukaryoot	Celwand	Bladgroenkorrels	Voortplanting	Petrischaal
Bacterie
Schimmel
Protozoe
Algen
Gist
Virus

Stel dat je niet weer welk micro-organisme je hebt. Je weet dat het een schimmel of een bacterie is.
Bedenk een experiment waarmee je kunt uitzoeken welke van de twee micro-organismen je hebt.

Hoe heet het zuiver kweken van micro-organismen culturen?

1. Agar
2. Reincultuur/ Reinkweek
3. Bouillon

Op welke voedingsbodem kun je micro-organismen culturen zuiver kweken ?

1. Agar
2. Reincultuur/ Reinkweek
3. Bouillon

Waarom moet je het medium wat je hebt gemaakt eerst autoclaveren?

Wat zijn de voorwaarde waar een goede reinstrijk aan moet voldoen? Meerdere antwoorden zijn juist.

1. Goede verdeling over de plaat (5 segmenten)
2. Losliggende kolonies
3. Geen condens vorming
4. Eén soort bacterie

Je hebt een buis met 9ml FysZout, hierbij doe je 1ml soep. Hoeveel is je soep nu verdund?

1. 10-1
2. 10-2
3. 10-3
4. 10-4

Vanuit de buis 1 met 1ml soep en 9ml FysZout maak je een verdere verdunningsreeks van nog eens 4 buizen. In iedere buis zit 9ml FysZout en je neemt telkens 1ml oplossing uit de vorige buis en vult de volgende buis daarmee aan. Wat zijn de verdunningen van buis 2 t/m 5?

Van alle buizen worden platen gegoten en geïncubeerd. Het aantal koloniën per plaat is:
1 = 378
2= 199
3= 100
4= 48
5= 23
Wat is het kiemgetal van de soep? Schrijf je berekening uit en maak er een foto van.

Stel je hebt in de eerste buis 100ul soep gedaan en 9,9ml FysZout. Wat zijn dan de verdunningen van de buizen?

1. 10-3/10-4/10-5/10-6/10-7
2. 10-2/10-3/10-4/10-5/10-6
3. 10-4/10-5/10-6/10-7/10-8

Je plaat begon met één bacterie welke een kolonie is gaan vormen. De bacterie deelt zich ieder half uur. Hoeveel bacteriën zitten er in de kolonie na 24 uur? Wat is de juiste berekening?

1. 2^3*24
2. 2^2*24
3. 2^4*24
4. 1^3*24

Programma

1. Leerdoelen
2. Toetsstof
3. Herhaling
4. Zelfstandig aan de slag

Zelf aan de slag

Oefenen voor de toets!

Biologie voor het MLO

• H13 (en 14)
  

Praktijkbundel L7&8

• Gram-kleuring
• Reinstrijk
• Kiemgetal bepaling

Zijn er vragen of verbeterpunten?