13.3 Uitscheiding H5

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 13.2 Uitscheiding van water en andere stoffen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 13.2 Uitscheiding van water en andere stoffen

Slide 1 - Slide

Inhoud hoofdstuk
13.1 Ademen
13.2 Gaswisseling
13.3 Uitscheiding van water en andere stoffen 
13.4 Nieren
13.5 In evenwicht

Daarna nog: H14 Reageren (zenuwstelsel,zintuigen, hormonen)
Herhalen: H6 (Voeding, vertering en gezondheid)

Slide 2 - Slide

Doel en begrippen 13.3

Je leert hoe mensen en planten hun waterbalans regelen

gaswisseling, huidmondjes, water, huid, kringspieren, schildklier, warmtestraling, zweetklieren, hypothalamus, weefsevloeistof

Slide 3 - Slide

Huidmondjes
BINAS 91A
Onderaan het blad.

Via de huidmondjes kan de plant 'ademen': CO2 er in, O2 eruit.
Maar daarmee ook H2O eruit!

Slide 4 - Slide

Huidmondjes
Droogte:
Water uit sluitcellen ->
huidmondje sluit.

Slide 5 - Slide

Lichaamstemperatuur
Hypothalamus in de hersenen regelt de lichaamstemperatuur.

Krijgt signalen vanuit de huid (schiltemperatuur) en de organen (kerntemperatuur). 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Lichaamstemperatuur
Temperatuur te laag? Hypothalamus regelt dat:
  • kringspieren rond de bloedvaten in de huid samentrekken: minder warmteverlies
  • kleine spiertjes bij de haarzakjes samentrekken: kippenvel
  • de schildklier schildklierhormoon gaat afgeven: verbranding/ stofwisseling omhoog: warmte komt vrij
  • klappertanden/ rillen




Slide 8 - Slide

Lichaamstemperatuur
Temperatuur te hoog? Hypothalamus regelt dat:
  • kringspieren rond de bloedvaten in de huid ontspannen: meer bloed door de huid, meer warmteafgifte
  • zweetklieren actief worden: verdamping onttrekt warmte
  • de schildklier geen schildklierhormoon meer afgeeft: weinig stofwisseling, weinig warmteproductie
  • rust!



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Waterverlies
Cellen hebben voldoende vocht nodig en de osmotische waarde van de omgeving van cellen moet niet te hoog zijn.

Je verliest water door: zweten, plassen (nieren - volgende paragraaf), longen en ontlasting.

Slide 11 - Slide

Waterverlies
De hypothalamus heeft eigen receptoren die de osmotische waarde van het bloed meten.

De hypothalamus regelt dat je niet te veel zweet waardoor de osmotische waarde van je lichaamsvocht (weefselvloeistof/ bloed) te hoog wordt.



Slide 12 - Slide

Uitscheiding
Het uit je lichaam verwijderen van afvalstoffen.

Organen:
Longen (CO2)
Lever (gal - afbraakproduct rode bloedcellen)
Nieren (ureum - afbraakproduct van aminozuren)


Slide 13 - Slide

Doel en begrippen 13.3

Je leert hoe mensen en planten hun waterbalans regelen

gaswisseling, huidmondjes, water, huid, kringspieren, schildklier, warmtestraling, zweetklieren, hypothalamus, weefselvloeistof

Slide 14 - Slide

Huiswerk
In je boek.
Maak de opdrachten van 
13.3: 2, 3, 4 en 7, 8, 9


Slide 15 - Slide