H2 herhaling

Dinsdag 2 februari
We bespreken test jezelf spelling: meest gemaakt in Talent
Vul de volgende slide in 
Aan de hand van de antwoorden ga ik verder met de uitleg
Donderdag herhalen we de woorden, dus leer de woordenlijst voor de volgende les!
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Dinsdag 2 februari
We bespreken test jezelf spelling: meest gemaakt in Talent
Vul de volgende slide in 
Aan de hand van de antwoorden ga ik verder met de uitleg
Donderdag herhalen we de woorden, dus leer de woordenlijst voor de volgende les!

Slide 1 - Slide


Deze les, 
wil ik...
de uitleg over grammatica woordsoorten nog een keer horen
de uitleg over grammatica zinsdelen nog een keer horen
de uitleg over woordenschat nog een keer horen
de uitleg over spelling nog een keer horen
Extra oefeningen maken
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)
overgaan naar nieuwe leerstof

Slide 2 - Poll


Nog iets anders, namelijk...

Slide 3 - Open question

Donderdag 4 februari
Uitleg toets volgende week
Laatste onderdeel van de uitleg: grammatica zinsdelen
Daarna: oefenen met woorden. Ga naar cram.com (zie link volgende slide) of zoek op H2 talent h2.
Eerste 10 minuten mag je nog even kijken of je de woorden kent, bijvoorbeeld door een test te doen. Ga daarna naar: games en kies voor 'stellar speller'.
Als je af bent, sla je je score op (even een account aanmaken met je schoolmail).
Wie is de beste van de klas?

Slide 4 - Slide

Aanmelden voor Kwizl

Ga naar www.kwizl.eu

Klik op 'leerling'

Log in met je schoolaccount

Voer klascode in: 

H2Q = N5KCGF 

Wacht tot de toets is klaargezet en open de klaargezette toets

Even testen..

Slide 5 - Slide

Evaluatie toets grammatica
- Kwizl werkte prima. Iedereen kon snel aan het werk
- Niet iedereen had de camera goed gepositioneerd, even checken van tevoren. Hoe ben je in beeld? Volgende keer ben ik daar strenger in. Niet goed in beeld = geen deelname aan de toets. Problemen? Voor de toets melden, niet bij aanvang van de toets.
- Doe zelf het geluid van al je apparaten uit, hoorde veel meldingen van telefoons. Zet wel de microfoon in Teams aan!
- Houd de chat van Teams in de gaten. Sommigen kon ik niet bereiken. 
- Switchen naar een ander scherm, dus ook naar Teams wordt gezien als 'spieken'. Na 2x ExitAlert-melding, sluit ik je toets.
- Zorg voor een rustige plek om je toets te maken. Ik kon soms hele gesprekken volgen! Niet bevorderlijk voor je concentratie.

Slide 6 - Slide

Grammatica zinsdelen

Slide 7 - Slide

Zinsdelen

Eerst de PV vinden en dan de zin in zinsdelen verdelen.

Een zinsdeel kan een woord, maar ook een groepje woorden zijn.

Ieder 'stukje' van de zin dat je voor de PV kunt plaatsen is een apart zinsdeel.

Slide 8 - Slide

Onderwerp
  1. Zoek de persoonsvorm
  2. Vraag: wie of wat + persoonsvorm
  3. Het antwoord op die vraag is het onderwerp

Slide 9 - Slide

Persoonsvorm

  • Persoonsvorm: kun je van tijd veranderen.

  • Voltooid deelwoord

  • Infinitief

Slide 10 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
  • Alle werkwoorden uit de zin
  • Dus: persoonsvorm + andere werkwoorden uit de zin

Slide 11 - Slide

Lijdend voorwerp


Wie/wat + onderwerp + gezegde?


Slide 12 - Slide

Meewerkend voorwerp

Aan wie of voor wie + gezegde + onderwerp en lijdend voorwerp

Slide 13 - Slide

Hoe vind je het meewerkend voorwerp?

1. Zoek eerst de persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp. 

2. Stel de vraag: Aan/Voor wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Slide 14 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
- De bijwoordelijke bepaling geeft informatie over wat er in het
   gezegde wordt uitgedrukt
- De bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als:
   Waar? Wanneer? Hoe? Hoeveel? Hoe vaak? Waarheen?
   Waarom? Waarmee?
- De bijwoordelijke bepaling is ook wel de "prullenbak". Alles wat
   je overhoudt is meestal de bijwoordelijke bepaling

Slide 15 - Slide

Verdeel de zin in zinsdelen en benoem ze:
1 De eigenaar heeft de boete na de rechtszitting betaald.

Slide 16 - Open question

Tegen zulke gemene beschuldigingen kan een weerloos slachtoffer zich nauwelijks verdedigen.

Slide 17 - Open question

Verdeel in zinsdelen:
De schoenmaker weigert de clown zijn schoenen te geven.

Slide 18 - Open question

Grammatica woordsoorten

Slide 19 - Slide

wederkerende werkwoorden
Wederkerend = letterlijk 'terugkerend', komt terug.


Het werkwoord slaat terug op het onderwerp.

Slide 20 - Slide

Voorbeeld wederkerend ww
Ik vergis me wel eens.

Je kunt een ander niet vergissen, alleen jezelf. Daarom noem je dit een verplicht wederkerend werkwoord. 

Bij het werkwoord hoort een wederkerend voornaamwoord (me)

Slide 21 - Slide

toevallig wederkerend ww
Er zijn ook werkwoorden die wederkerend gebruikt kunnen worden, zoals verwonden. 

  • Ik verwondde me aan de groenteschaaf. (wederkerend)
  • Ik verwondde mijn broertje met de grasmaaier. (niet-wederkerend) 

Slide 22 - Slide

Tips & Trics
Zet de zin in de hij-vorm, dan verandert het wederkerend voornaamwoord in 'zich' en dat is wel makkelijk te herkennen.

Dus: Ik verveel me. -⊳ Hij verveelt zich.

Slide 23 - Slide

Wederkerend voornaamwoord
Een wederkerend voornaamwoord past zich aan aan het onderwerp. De werkwoorden waar je 'zich' voor kunt zetten, hebben een wederkerend voornaamwoord.
Ik vergis me
jij vergist je
hij vergist zich
wij vergissen ons

Slide 24 - Slide

Wederkerig voornaamwoord
Er is één wederkerig voornaamwoord: elkaar(s)

Slide 25 - Slide

Wij verheugen ....... (wederkerend voornaamwoord) erg op de kerstvakantie.

Slide 26 - Open question

Wij verheugen ....... (wederkerend voornaamwoord) erg op de dag dat we weer naar school kunnen.

Slide 27 - Open question

Verzin zelf een zin met een wederkerend werkwoord.

Slide 28 - Open question

Spelling

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Verschillende toepassingen
  • Bevel
  • advies
  • opdracht/instructie
  • waarschuwing
  • verbod

Slide 31 - Slide

Gebiedende wijs
In een zin in de gebiedende wijs staat geen onderwerp. De gebiedende wijs is hetzelfde als de ik-vorm van het werkwoord en die staat op de eerste plaats in de zin.

Slide 32 - Slide

Hoofdletters

Slide 33 - Slide