Gesprekstechnieken






Gespreks
technieken
Gesprekstechnieken
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson






Gespreks
technieken
Gesprekstechnieken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
  • Wat is leidinggeven?

  • Wat zijn softskills?

  • Waar kan jouw leermeester jouw beoordelen op deze skills?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Herhaling

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Gesprekstechnieken
Deze les
  • Kunnen weergeven wat communicatie is
  • Kunnen vertellen hoe het gespreksverloop is
  • Aandachtspunten kunnen weergeven tijdens een gesprek
Volgende lessen
  • Gesprekken voeren met elkaar
  • Afspraken SMART wegzetten
  • Reflectie op eigen gedrag/ feedback

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Wat is
communicatie?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Wat is communicatie?
Communicatie is het proces van het uitwisselen van informatie, ideeën, gedachten, gevoelens en boodschappen tussen mensen of groepen. Dit kan zowel verbaal (via gesproken of geschreven woorden) als non-verbaal (via lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen, gebaren, enz.) plaatsvinden.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Non-verbale communicatie verwijst naar het overbrengen van boodschappen zonder het gebruik van woorden.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Non-verbale communicatie
Lichaamstaal: Houding, gebaren, en bewegingen van het lichaam. 
Gezichtsuitdrukkingen: Emoties zoals vreugde, verdriet, woede en verrassing kunnen worden 
Oogcontact: De manier waarop iemand oogcontact maakt of vermijdt
Stemgebruik: Toon, volume en snelheid van spreken
Aanraking: Handdrukken, knuffels en andere vormen van fysiek contact 
Ruimtegebruik: De fysieke afstand tussen mensen tijdens interacties 
Kleding en uiterlijk: De manier waarop iemand zich kleedt en verzorgt

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Communicatiemodel

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Ruis in het model

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken van ruis


Externe ruis:
- Lawaaierige omgeving
- Collega's die inbreken
- Koude omgeving
- Slechte verbinding

Interne ruis:
- Emoties
- Vooroordelen
- Concentratie problemen
- Persoonlijke ervaringen



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken van ruis
Waarnemen 
Interpreteren:
mv voelt warm aan-  mv heeft koorts
Mv eet slecht-mv heeft geen honger
Mv huilt-mv mist haar dochter

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Effectief luisteren

* Geef aandacht
* Laat verbaal en non-verbaal merken dat je luistert
*Geef de juiste feedback
* Houd je mening of oordeel nog even voor je
* Geef een passende reactie

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het gesprek
  1. Kop
  2. Romp
  3. Staart

Slide 15 - Slide

Creëer een goede sfeer: patient aankijken, aandacht op de ander richten, vriendelijk en belangstellend zijn

Controleer: kan de patiënt je nog volgen? Hoe verloopt het gesprek? Hoe voelt de patiënt zich, zijn jullie tevreden?
Wat is de situatie bij
de inleiding van een
gesprek, wat vertel je?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Het gesprek
Kop (Inleiding van het gesprek) :

  • Stel de werknemer gerust 
  • Zorg voor een goede sfeer/ ruimte.
  • Vertel wie je bent en wat je rol is.
  • Vertel wat het doel is van het gesprek, 
  • Welke onderwerpen aan bod komen 
  • Hoe lang het gesprek duurt. 

Slide 17 - Slide

Creëer een goede sfeer: patient aankijken, aandacht op de ander richten, vriendelijk en belangstellend zijn

Controleer: kan de patiënt je nog volgen? Hoe verloopt het gesprek? Hoe voelt de patiënt zich, zijn jullie tevreden?
Wat is de inhoud van
de romp van een gesprek?

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Het gesprek
Romp (het daadwerkelijke gesprek) 
  • Bij introductiegesprek: Geef informatie, stel vragen aan elkaar.
  • Bij conflict haal eerst de feitelijke situatie naar boven
  • Zorg voor overeenstemming over feitelijke situatie
  • Bespreek gewenste situatie
  • Zorg dat jij het gesprek blijft leiden. 
  • Houd het doel in gedachten.
  • Let op gesprektechnieken! 

Slide 19 - Slide

Creëer een goede sfeer: patient aankijken, aandacht op de ander richten, vriendelijk en belangstellend zijn

Controleer: kan de patiënt je nog volgen? Hoe verloopt het gesprek? Hoe voelt de patiënt zich, zijn jullie tevreden?
Wat komt er
terug in de staart?

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Het gesprek
Staart (afsluiting van het gesprek):

  • Vat de belangrijkste punten samen.
  • Maak afspraken (SMART)
  • Maak vervolgafspraken 
  • Evalueer het gesprek.

Slide 21 - Slide

Creëer een goede sfeer: patient aankijken, aandacht op de ander richten, vriendelijk en belangstellend zijn

Controleer: kan de patiënt je nog volgen? Hoe verloopt het gesprek? Hoe voelt de patiënt zich, zijn jullie tevreden?
Het gesprek

Zie voor een format van een algemeen gesprek Concreet;

Module/ Thema's / Broepsgerichte Softskills/
Gesprekstechnieken/ mediatheek/ 
hulpmiddel kop-romp-staart

Slide 22 - Slide

Creëer een goede sfeer: patient aankijken, aandacht op de ander richten, vriendelijk en belangstellend zijn

Controleer: kan de patiënt je nog volgen? Hoe verloopt het gesprek? Hoe voelt de patiënt zich, zijn jullie tevreden?
Gesprekstechnieken
laat OMA thuis
gebruik LSD
neem ANNA mee
smeer NIVEA
wees een OEN

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Gesprekstechnieken

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat is non verbale communicatie
A
Overbrengen van boodschap met woorden
B
Overbrengen van boodschap zonder woorden

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Wat betekende
de gesprekstechniek
LSD ook al weer?

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Waar ken je NIVEA van?
A
Een dagcrème
B
Een gesprekstechniek
C
Een nachtcrème
D
Een make-up remover

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent: Laat OMA thuis? de letters oma zijn...
A
open, mening, accepteren
B
ogen, maag, alvleesklier
C
open, mening, adviezen
D
oordelen, mening, adviezen

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Een regel in de communicatie is dat je ANNA meeneemt in een goed gesprek. Waar staat de afkorting ANNA voor?
A
Altijd Noemen, Nooit Aanwijzen
B
Altijd Navragen, Niet zomaar Aannemen
C
Altijd Nemen, Niet Afgeven
D
Altijd Nagaan, Niet Afgaan

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Zijn de doelen behaald?
De student kent:
Kunnen weergeven wat communicatie is
Kunnen vertellen hoe het gespreksverloop is
Aandachtspunten kunnen weergeven tijdens een gesprek
 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions