Toets Steden en Staten

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Toets Steden en Staten

Zet de iconen en jaartallen op de juiste plek op de tijdlijn

Begin

Eind

|

|

|

1000

500

1500

Monniken en Ridders

Steden en Staten

Waar ontstonden de eerste dorpen/steden?

1. Bij kloosters en burchten
2. Bij rivieren
3. Waar wegen samen komen tot kruispunten
4. Alle antwoorden zijn goed

Wat betekend het begrip: Ambacht

1. Producten met machines maken
2. Producten met de hand maken
3. Producten maken met gereedschap

Welk ambacht zie jij op de afbeelding?

Bij welk begrip past de volgende omschrijving: Een vereniging van dezelfde ambachten

1. Bakker
2. Ambacht
3. Gilde
4. Hanzeverbond

 Een gilde had drie 'niveaus'. Zet de niveaus op de juiste volgorde: dus eerst was je dit, dan werd je dit en dan dat)

Leerling

Gezel

Meester

De test die je moet doen om van gezel naar meester te gaan

1. proeve van bekwaamheid
2. eindexamen
3. meesterproef
4. de toets van volgende week

Welk voordeel had lid zijn van een Gilde? Noem er (1)

Bij welk begrip past de volgende omschrijving:

een samenwerkingsverband tussen steden die elkaar helpen bij de handel

1. Ambachtelijk
2. Gilde
3. Ganzeverbond
4. Hanzeverbond

Waarom was het nodig om in elke stad een geldwisselaar te hebben?

Hiernaast zie je een plaatje van een stadsmuur. Zie je hier een stadsrecht? Waarom wel of waarom niet?

Wat was een voordeel voor een graaf als hij de stad stadsrechten gaf?

1. De burgers in de stad mochten zichzelf besturen
2. De burgers in de stad moesten belasting betalen aan de graaf
3. De burgers mochten eten gaan verbouwen in de stad

Welke twee veranderingen in de landbouw zorgden ervoor dat boeren meer voedsel konden produceren?

1. Meer landbouwgrond door ontginning
2. Drieslagstelsel
3. Betere en nieuwe landbouwtechnieken
4. Alle antwoorden zijn juist

Leenstelsel

Leenman

Leenheer

Geeft grond in leen

Beloofd steun in tijd van oorlog

Bestuurt in naam van de koning

Leenstelsel

Hofstelsel

Horigen

Domein

Economie

Politiek 

Leenheer/graaf

Trouw zweren

herendiensten

Noem de 3 verschillende standen van hoog naar laag. Doe het zo: 1) 2) 3)
Tip: Het is een driehoek