M2, Grammatica 2.7

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

PV

LV

WG

OW

Zinsdeelstrepen

Wie/wat+WG+O

Wie/wat+WG

Alle ww uit een zin.

Altijd een WW.

Zo scheid je de zinsdelen

Welke woordsoorten ken jij?

Wat is het werkwoordelijk gezegde uit de volgende zin?
Hij schaamde zich enorm.

Wat is het werkwoordelijk gezegde uit de volgende zin?
Ondanks de waarschuwingen zat hij nog steeds te bellen.

Geef een voorbeeld van een voorzetsel.

Geef een voorbeeld van een bezittelijk voornaamwoord.

ZINSONTLEDING OF WOORDSOORTEN BENOEMEN?

VOORZETSEL

1. zinsontleding
2. woordsoorten

ZINSONTLEDING OF WOORDSOORTEN BENOEMEN?

PERSOONSVORM

1. zinsontleding
2. woordsoorten

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'zijn' is

1. zn
2. ww
3. bn
4. lw

Woordsoorten
benoemen kan ik

1. uitstekend
2. goed
3. voldoende
4. onvoldoende

Doel van deze week:

- Je leert onderscheid maken tussen hulp- en zelfstandig werkwoorden.

Overzicht van de woordsoorten

Wat zijn alle werkwoorden uit de zin? Hij zou zijn fiets moeten hebben laten repareren.

Bij welk werkwoord kun je het beste 'filmpje' in je hoofd maken? Hij zou zijn fiets moeten hebben laten repareren.

Welk werkwoord kun je weglaten?
Omar heeft een tijdje kranten bezorgd.

1. Omar
2. Heeft
3. Een tijdje
4. Bezorgd

Welk werkwoord is het hulpwerkwoord?
Omar heeft een tijdje kranten bezorgd.

1. Omar
2. Heeft
3. Een tijdje
4. Bezorgd

Welk werkwoord is het zelfstandig werkwoord?
Omar heeft een tijdje kranten bezorgd.

1. Omar
2. Heeft
3. Een tijdje
4. Bezorgd

Wat is het zelfstandig werkwoord?
Hij belde zijn moeder op.

Taak van deze week:

M. grammatica 2.7 opdracht 1 en 2

LessonUp Spelling, stijl, idioom

Boek lezen