,
What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2BK - Grammatica WS - Voegwoord
Nederlands
Welkom 2BA
Cursus 5 - Grammatica
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
Welkom 2BA
Cursus 5 - Grammatica
Slide 1 - Slide
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 5 - Grammatica
1. Lesdoel
2. Inloggen LessonUp + startopdracht
3. Theorie: voegwoord
4. Klassikaal oefenen
5. Zelfstandige opdracht
6. Lesdoel checken + afsluiten
Slide 2 - Slide
Je kan
voegwoorden
herkennen in een zin.
Lesdoelen
Slide 3 - Slide
Sleep de woordsoorten naar de juiste voorbeelden.
op, na, voor, gedurende
opbergen, zijn, keek, gelopen
de, het, een
prachtig, Nederlandse, groot
Utrecht, meisje, geld, kapper
lidwoord (lw)
zelfstandig naamwoord (zn)
bijvoeglijk naamwoord (bn)
werkwoord (ww)
voorzetsel (vz)
Slide 4 - Drag question
§5: Voegwoorden
blz. 206-207
Slide 5 - Slide
Voegwoord
Een
voegwoord
verbindt twee woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar.
Twee woorden
: aardrijkskunde
of
geschiedenis
Twee zinnen
:
– {Jongeren kijken vrijwel geen televisie},
maar
{ze kijken wel filmpjes op TikTok}.
– {(
Voordat
Sarah naar Spanje emigreerde), heeft ze Spaans geleerd}.
Slide 6 - Slide
Wat is het voegwoord?
Ga je mee voetballen of ga je liever televisie kijken?
A
je
B
liever
C
of
D
televisie
Slide 7 - Quiz
Noteer het voegwoord.
Toen ik klein was, logeerde ik vaak bij opa en oma.
Slide 8 - Open question
Ik word later piloot *of* astronaut.
A
twee woorden
B
twee zinnen
Slide 9 - Quiz
*Als* je een rijpe banaan naast een kiwi legt, zal de kiwi sneller rijpen.
A
twee woorden
B
twee zinnen
Slide 10 - Quiz
Boa’s zijn niet giftig, *maar* ze kunnen wel gemeen bijten.
A
twee woorden
B
twee zinnen
Slide 11 - Quiz
Maak van deze twee zinnen één zin, maak gebruik van een voegwoord.
Ik moest op de logeerkamer slapen. Mijn slaapkamer werd geverfd.
Slide 12 - Open question
Aan het werk
Huiswerk voor de volgende les
Klaar?
Wat?
Basis
: opdracht 1 t/m 4 (blz. 206-207)
Lezen
of
extra oefenen
in de online trainer.
Slide 13 - Slide
Waar wil jij meer uitleg over?
werkwoorden
lidwoorden & zelfstandige naamwoorden
bijvoeglijke naamwoorden
voorzetsels
voegwoorden
Ik begrijp alles
Slide 14 - Poll
More lessons like this
WRE 2TN - Cursus Grammatica - Bijvoeglijk naamwoord en voegwoord
January 2025
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
WRE 2AHA - Grammatica WS - Voegwoord
May 2024
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
3K/3T - Cursus Spelling - Herhaling leerjaar 2K
February 2025
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 3
Tussentijds herhalen
November 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Les 13. Grammatica p.5 Voegwoord
December 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
5.14 betrekkelijk voornaamwoord
December 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
BSR 15/5 2ha Grammatica WS tel- en voegwoord
May 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
5.14 betrekkelijk voornaamwoord
December 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2