2 th - les 38 Grammatica 10 voegwoord

2 th - Grammatica 10 voegwoord
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

2 th - Grammatica 10 voegwoord

Slide 1 - Slide

Welkom - 2 havo

Slide 2 - Slide

Planning
Lezen in een boek (3)
Volgende week: opdracht!
Grammatica 10
Voegwoord

Formuleren 5, 6, 7
Zinslengte
Woorden die bij elkaar horen








Slide 3 - Slide

Lezen
timer
15:00

Slide 4 - Slide

Grammatica 10
Voegwoorden

blz 224

Slide 5 - Slide

Voegwoorden
blz 224

Slide 6 - Slide

Voegwoorden
Een voegwoord verbindt:
- twee woorden
- twee woordgroepen
- twee zinnen

Slide 7 - Slide

Nevenschikkende voegwoorden
Verbindt (meestal) twee woorden, twee woordgroepen óf twee hoofdzinnen.

De voegwoorden zijn: dus, en, maar, of, want

Slide 8 - Slide

Onderschikkende voegwoorden
Verbindt meestal een hoofdzin met een bijzin

De voegwoorden kunnen zijn: aangezien, als, dan, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, omdat, opdat, tenzij, terwijl, toen, voordat, zodat, zodra

Slide 9 - Slide

Aan de slag
blz 224

Opdracht 1 t/m 5

Slide 10 - Slide

Cursus 6 Formuleren
5, 6 en 7

Oefenen online:
opdracht 4B óf 6B

Slide 11 - Slide

Formuleren 5, 6, 7
Woorden die bij elkaar horen
Zinslengte
Verbanden tussen zinnen

Slide 12 - Slide

Cursus 6 Formuleren
5, 6 en 7

Oefenen online:
opdracht 5B

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Heb je goed meegedaan?

Geen ;-)

Slide 14 - Slide