1.1 woordsoorten

Nederlands woordsoorten
Deze les hoort bij 
NuNederlands taalverzorging 1.1 woordsoorten
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands woordsoorten
Deze les hoort bij 
NuNederlands taalverzorging 1.1 woordsoorten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

  • Je herkent en benoemt verschillende woordsoorten.
  • Je weet wat een zinsdeel is. 
  • Je benoemt verschillende zinsdelen.
Leerdoelen vandaag: 

Slide 3 - Slide

Weet je wat woordsoorten zijn en zo ja welke ken je? 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Een werkwoord zegt wat iemand of iets doet of overkomt (fietsen, schaken, vallen). 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

In de volle kast staan mappen.
A
in
B
volle
C
mappen
D
kast

Slide 10 - Quiz

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 11 - Quiz

Ik moet nog vaak aan dat ontzettend leuke uitstapje denken.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?
A
uitstapje
B
moet
C
ontzettend
D
leuke

Slide 12 - Quiz

Ik moet nog vaak aan dat ontzettend leuke uitstapje denken.

Wat is een werkwoord in deze zin?
A
uitstapje
B
moet
C
denken
D
leuke

Slide 13 - Quiz

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het ...
A
gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
C
onderwerp
D
zelfstandig naamwoord

Slide 14 - Quiz

IJskoude is een bijvoeglijk naamwoord
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz