grammatica les 2.4 / 2.5

Werkwoord
Les 2.4 en 2.5
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Werkwoord
Les 2.4 en 2.5

Slide 1 - Slide

Doel van de les
  • Ik kan een werkwoord vinden in een tekst
  • Ik weet het verschil tussen TT en VT
  • Ik weet wat de persoonsvorm is 
  • Ik weet dat er verschillende werkwoorden kunnen zijn in een zin

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

TT: Tegenwoordige tijd
NU

Slide 4 - Slide

T
VT : Verleden Tijd
TOEN

Slide 5 - Slide

Tekst

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Persoonsvorm
Je gebruikt de tijdproef om de persoonsvorm (pv) in een zin te vinden.

  • Staat een zin in de tegenwoordige tijd, zet hem dan in de verleden tijd. Het werkwoord dat zich aanpast, is de persoonsvorm.
  • Staat een zin in de verleden tijd, zet hem dan in de tegenwoordige tijd. Het werkwoord dat zich dit keer aanpast, is de persoonsvorm.

Slide 8 - Slide

 pv, hele ww en vdw.
Staat er in een zin één werkwoord, dan is dat automatisch de persoonsvorm.
Staan er meer werkwoorden in de zin, dan weet je dankzij de tijdproef welke de persoonsvorm is. Voor de overige werkwoorden geldt dan dat je te maken hebt met een voltooid deelwoord en/of een heel werkwoord.

Slide 9 - Slide

De kinderen lopen samen naar school toe.
A
TT
B
VT

Slide 10 - Quiz

De kat gleed van het dak
A
TT
B
VT

Slide 11 - Quiz

Het regent de hele dag.
Wat is de persoonvorm?
A
dag
B
regent
C
het
D
hele

Slide 12 - Quiz

De vrachtwagen reed met een snelheid van 100 km per uur.
Wat is de persoonsvorm
A
vrachtwagen
B
reed
C
snelheid
D
uur

Slide 13 - Quiz

Wat is het hele werkwoord?
A
Liep
B
Liepen
C
Loop
D
Lopen

Slide 14 - Quiz

Wat is het hele werkwoord?
A
Ken
B
Geven
C
Informeerden
D
Werden

Slide 15 - Quiz

Maken Grammatica blok 2 : 2.4 & 2.5 (t/m 18)
timer
10:00

Slide 16 - Slide

vervolg blok 2 grammatica 
les 2.5

Slide 17 - Slide