Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven.
Je kunt de effecten van training en dopinggebruik uitleggen.
Je kunt de uitvoering van een onderzoek en de conclusies evalueren.
Slide 2 - Slide
Spierweefsel
Glad
Huid, darmen, longen, iris, bloedvaten
Autonoom
Langzame contractie, langzaam vermoeid
Dwarsgestreept
Skelet, huid
Animaal
Snelle contractie, snel vermoeid
Hart: autonoom Binas 80E
Slide 3 - Slide
Bouw skeletspier (Binas 90C)
Slide 4 - Slide
Spiervezel
Myofibrillen
Filamenten (eiwitdraden) -> actine en myosine
Sacromeer: regelmatig patroon van filamenten
Veel mitochondriën en glycogeenkorrels
Binas 90C
Slide 5 - Slide
EPSP in postsynaptisch membraan = contractie spier
Krachtig = veel motorische eenheden die tegelijkertijd samentrekken
Slide 6 - Slide
Spier contractie
Na contractie rustmoment
-> ATP, glucose (uit glycogeen) en O2 (myoglobine) aanvoeren
-> afvalstoffen afvoeren
Anaerobe verbranding van glucose = melkzuur -> spierpijn
Slide 7 - Slide
Antagonisten
Slide 8 - Slide
Training
Krachttraining: spiervezels krijgen scheurtjes - lichaam herstelt het en maakt meer dikke draden, hierdoor kunnen de spieren meer kracht leveren bij samentrekken
Door training kan je ook meer lenigheid krijgen -> spieren en pezen worden uitgerekt
Coördinatie verbeteren: volgorde van samentrekken van spieren, hierdoor gaat het sneller en nauwkeuriger
Slide 9 - Slide
Doping
Anabole steroïden
-> meer spierweefsel
-> aanmaak RBC
EPO
-> aanmaak RBC
Slide 10 - Slide
Leerdoelen behaald??
Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven.
Je kunt de effecten van training en dopinggebruik uitleggen.
Je kunt de uitvoering van een onderzoek en de conclusies evalueren.