What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Uitleg woordsoorten: het werkwoord
Uitleg woordsoorten: het werkwoord
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Uitleg woordsoorten: het werkwoord
Slide 1 - Slide
Vandaag
Uitleg woordsoorten: het werkwoord
Opdracht
Taalblokken
Slide 2 - Slide
Het werkwoord
Geeft aan wat er wordt gedaan of wat er gebeurt
Doe-woorden
Alle werkwoorden uit een zin samen: werkwoordelijk gezegde
Splitsen in hoofdwerkwoord en hulpwerkwoord
Slide 3 - Slide
Hoofdwerkwoord
Geeft de belangrijkste betekenis aan het wwg
Altijd één hoofdwerkwoord in een zin, een zin met één werkwoord: is automatisch een hoofdwerkwoord
Kan een persoonsvorm, infinitief of een voltooid deelwoord zijn
Hulpwerkwoord
De overgebleven werkwoorden in de zin
Er kunnen ook geen of meerdere hulpwerkwoorden in een zin voorkomen
Meest voorkomende hulpwerkwoorden: hebben, zijn, worden, zullen, gaan, willen, kunnen, moeten, mogen
Slide 4 - Slide
Ik huiswerk .
Hoofdwerkwoord
Hulpwerkwoord(en)
heb
opgegeven
Slide 5 - Drag question
Nora wel op mijn feest .
Hoofdwerkwoord
Hulpwerkwoord(en)
zou
komen
hebben
willen
Slide 6 - Drag question
Ik niet wat hij !
Let op: een samengestelde zin kan wel twee hoofdwerkwoorden hebben, met ieder hun eigen hulpwerkwoorden.
Hoofdwerkwoord
Hulpwerkwoord(en)
kan
geloven
heeft
gedaan
Slide 7 - Drag question
Opdracht
Je krijgt een werkblad met acht zinnen
Onderstreep de werkwoorden in de zinnen
Geef bij elk werkwoord aan of het een hoofdwerkwoord of een hulpwerkwoord is
We werken in groepjes van drie
Slide 8 - Slide
Nabespreken
Hoe ging de opdracht?
Quiz over de lesstof
Slide 9 - Slide
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een alinea
B
Alle werkwoorden op een regel
C
Alle werkwoorden in een zin
Slide 10 - Quiz
Wat geeft de belangrijkste betekenis aan het werkwoordelijk gezegde?
A
Hoofdwerkwoord
B
Hulpwerkwoord
Slide 11 - Quiz
Een hoofdwerkwoord kan een ... zijn.
A
Persoonsvorm
B
Infinitief (heel werkwoord)
C
Voltooid deelwoord
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 12 - Quiz
De leraar is de theorie aan het uitleggen.
Het werkwoord 'is' is een:
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Voltooid deelwoord
Slide 13 - Quiz
De leraar is de theorie aan het uitleggen.
Het werkwoord 'uitleggen' is een:
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Voltooid deelwoord
Slide 14 - Quiz
In welke zin staat een voltooid deelwoord?
A
De leraar heeft ons huiswerk gegeven.
B
De leraar geeft ons een opdracht.
Slide 15 - Quiz
Taalblokken
Maken:
Spelling en grammatica 2F
Woordsoorten - het werkwoord
Opdracht 1 t/m 3
Slide 16 - Slide
More lessons like this
Uitleg woordsoorten: het werkwoord
October 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
M1 l4 Bijvoeglijke naamwoorden
August 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Woordsoorten Hoofdwerkwoorden en hulpwerkwoorden
March 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
May 2022
- Lesson with
44 slides
Taal
Primary Education
Hoofdwerkwoorden en hulpwerkwoorden
May 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
koppelwerkwoord, zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord
January 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
De Passé Composé: Een Tijdreis door het Verleden
September 2023
- Lesson with
13 slides
Zinsleer - onderwerp en gezegde
February 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs