Na Klar vmbo GT 3A-Kapitel 2 1-2-3

GL3A
Na Klar vmbo GT3A

Kapitel 2 - Paragraaf 1-2-3
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

GL3A
Na Klar vmbo GT3A

Kapitel 2 - Paragraaf 1-2-3

Slide 1 - Slide

Wat betekent: außer
A
naast
B
vooral
C
behalve
D
beneden

Slide 2 - Quiz

Wat betekent: unten
A
naast
B
vooral
C
behalve
D
beneden

Slide 3 - Quiz

Wat betekent: neben
A
naast
B
vooral
C
behalve
D
beneden

Slide 4 - Quiz

Wat betekent: klappen
A
applaudiseren
B
bevallen
C
plaatsvinden
D
lukken

Slide 5 - Quiz

Wat betekent: stattfinden
A
applaudiseren
B
bevallen
C
plaatsvinden
D
lukken

Slide 6 - Quiz

Wat betekent: gefallen
A
applaudiseren
B
bevallen
C
plaatsvinden
D
lukken

Slide 7 - Quiz

Vertaal dit woord in het Duits:
de piano

Slide 8 - Open question

Vertaal dit woord in het Duits:
de viool

Slide 9 - Open question

Vertaal dit woord in het Duits:
het koor

Slide 10 - Open question

Vertaal dit woord in het Duits:
de zangeres

Slide 11 - Open question

Schrijf minstens vier Duitse vraagwoorden op!

Slide 12 - Mind map

(Wie) hat dieses Lied geschrieben?

Slide 13 - Open question

(Waar) kann ich mehr Informationen bekommen?

Slide 14 - Open question

(Wanneer) findet der Workshop statt?

Slide 15 - Open question

(Waarom) spielst du Gitarre?

Slide 16 - Open question

(Hoe) spät ist es?

Slide 17 - Open question

Hoe zeg je deze tijd in het Duits?
half tien

Slide 18 - Open question

Hoe zeg je deze tijd in het Duits?
elf uur

Slide 19 - Open question

Hoe zeg je deze tijd in het Duits?
kwart voor twaalf

Slide 20 - Open question

Hoe zeg je deze tijd in het Duits?
kwart over zeven

Slide 21 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van:
wohnen

Slide 22 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van:
fehlen

Slide 23 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van:
sagen

Slide 24 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van:
arbeiten

Slide 25 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van:
studieren

Slide 26 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van:
reden

Slide 27 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van:
trainieren

Slide 28 - Open question