A5 uitdrukkingen

met angst en ......
1 / 15
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 8 min

Items in this lesson

met angst en ......

Slide 1 - Open question

duidelijk zeggen wat e fout gaat en wie verantwoordelijk is
Genoeg geld verdiend hebben voor de rest van je leven
Moeilijk doen over klein dingen. 
Bij een conflict beide partijen geen pijn doen
Op alle slakken zout leggen
Zijn schaapjes op het droge hebben
De kool en de geit sparen
Man en paard noemen

Slide 2 - Drag question

Wat is de betekenis van:
naar eer en geweten
A
door en door
B
oprecht
C
verschil tussen goed en kwaad weten
D
serieus

Slide 3 - Quiz

Kind noch ....

Slide 4 - Open question

Wat is de betekenis van:
dubbel en dwars
A
krachtig
B
ruimschoots; meer dan
C
voor het kiezen
D
onmiddellijk

Slide 5 - Quiz

1. Vul de juiste woorden in bij de uitdrukking
keur
betogende tekst
stikken
wetens
Slikken of ...
tegen heug en ...
willens en ....
te kust en te ...

Slide 6 - Drag question

Wat is de betekenis van:
de tering naar de nering zetten
A
alles op alles zetten om iets voor elkaar te krijgen
B
veel ervaring hebben in in het werk dat je doet
C
een lastige kwestie aankarten
D
leven met de middelen die men heeft

Slide 7 - Quiz

Vul het juiste woord in:
voor galg en ...

Slide 8 - Open question

Vul het juiste woord in:
have en ...

Slide 9 - Open question

Wat is de betekenis van gepokt en gemazeld?
A
zeer ervaren
B
erg bang
C
vaak ziek zijn
D
kinderlijk

Slide 10 - Quiz

Vul het juiste woord in:
buigen of ....

Slide 11 - Open question

Vul het juiste woord in:
met hand en .... verzetten

Slide 12 - Open question

vul het juiste woord in:
alles op haren en ... zetten

Slide 13 - Open question

Wat is de betekenis van:
een rib uit mijn lijf
A
met geld smijten
B
een grote financiële uitgave
C
de moed verliezen
D
ertussenuit knijpen

Slide 14 - Quiz

Wat is de betekenis van:
tegen de borst stuiten
A
iemand beschermen
B
iets toezeggen
C
ergens een afkeer van hebben
D
het iemand moeilijk maken

Slide 15 - Quiz