This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
5.1 Verschillen tussen mensen
Slide 1 - Slide
Programma
Leerdoelen
Instructie met controle-vragen
Verwerken
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je legt uit welke factoren invloed hebben op het tot stand komen van het fenotype
Je beschrijft hoe variaties in het genotype ontstaan.
Slide 3 - Slide
Bibliotheek-tijd
Lezen bladzijde 145-146
Bestudeer bron 1 en 2
timer
7:00
Slide 4 - Slide
Mutaties
Mutaties door bepaalde stoffen/straling/etc. leiden tot variaties in genotypen. Degelijke variaties van een gen noem je allelen.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Wat is de definitie van het genoom?
A
Alle genen van het DNA uit de kern in een individu.
B
Alle genen van het DNA uit mitochondriën in een individu.
C
Alle genen van het DNA uit de kern en de mitochondriën in een individu.
D
Alle genen van het DNA uit de geslachtscellen in een individu.
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Video
Op welk moment ontstaat het genotype van een mens?
A
Bij de geboorte
B
Bij de bevruchting
C
Door de invloed van milieuomstandigheden
D
Als het fenotype bepaald is.
Slide 9 - Quiz
Men vergelijkt de naalden aan één spar. De naalden zijn niet allemaal even lang. Is bij een korte naald het fenotype anders dan bij een lange naald? En het genotype?
A
Alleen het genotype is anders
B
Alleen het fenotype is anders
C
Zowel het fenotype als genotype zijn anders
D
Fenotype en genotype zijn beide gelijk
Slide 10 - Quiz
Van een kloon kan men in het algemeen zeggen dat:
A
de fenotypen en de genotypen onderling gelijk zijn.
B
de genotypen onderling altijd gelijk zijn
C
de genotypen onderling gelijk zijn, maar de fenotypen kunnen verschillen
D
de fenotypen onderling gelijk zijn, maar de genotypen onderling verschillen
Slide 11 - Quiz
Filmpje: Alleles and Genes
Bij het filmpje op de volgende slide kun je nederlandse ondertiteling aanzetten.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Wat is een allel?
A
Dit is een andere benaming voor een gen
B
Dit is een erfelijke ziekte
C
Dit is een mutatie in en geslachtschromosoom
D
Dit is een variant van een gen
Slide 14 - Quiz
Verwerken
Ga naar de planner op It's Learning en maak de opdrachten bij de les: Verschillen tussen mensen (Paragraaf 7.1). -> Basis: in ieder geval -> Extra hulp: als je denkt de leerdoelen nog niet te beheersen. -> Verdieping: bij uitdaging of ter oefening van toets/examenvragen.
Kijk de gemaakte opdrachten ook na. De antwoorden staan onder bronnen (hoofdstuk 7).
Mail je vragen naar je docent of maak gebruik van het chat-uurtje.
Slide 15 - Slide
Leerdoelen
Je kunt benoemen wat een genoom is.
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen genotype en fenotype.
Je kunt uitleggen hoe variaties in genotypen ontstaan en leiden tot variaties in allelen.