l'adjectif (vorm en plaats) klas 5

Bonjour!
  1. Schrijfopdracht lidwoord
  2. Bijvoeglijk naamwoord herhalen

1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Bonjour!
  1. Schrijfopdracht lidwoord
  2. Bijvoeglijk naamwoord herhalen

Slide 1 - Slide

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans

Slide 2 - Slide

exemples d'adjectifs?

Slide 3 - Mind map

objectif de ce cours:
Het bijvoeglijk naamwoord in het Frans aan kunnen passen aan het zelfstandig naamwoord (zowel de regelmatige vormen als de uitzonderingen)
Pak libre service en een pen en schrift 

Slide 4 - Slide

Mannelijk en vrouwelijk enkelvoud

Slide 5 - Slide

La femme est......(aardig)
A
gentil
B
gentile
C
gentila
D
gentille

Slide 6 - Quiz

J'habite dans une....(klein) maison
A
petite
B
petit
C
petits

Slide 7 - Quiz

C'est une ville (gevaarlijk).
A
dangereux
B
dangereuse
C
dangereuxe

Slide 8 - Quiz

C'est une (goed) réponse.

Slide 9 - Open question

De vorming van het meervoud

Slide 10 - Slide

Dans cette rue il y a de....(mooie) fleurs
A
belles
B
jolies
C
beaux
D
jolis

Slide 11 - Quiz

Luc et Pierre sont (nieuw)
A
nouveaus
B
nouvelles
C
nouvelle
D
nouveaux

Slide 12 - Quiz

Bel, nouvel, vieil

Slide 13 - Slide

Bijvoeglijknaamwoord van landennamen, inwoners en talen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Bonjour!
  1. corriger 97,100,100,105 (106,107 maken we later)
  2. Bijvoeglijk naamwoord--> plaats bespreken

Slide 17 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord staat meestal ... het zelfstandig naamwoord
A
Voor
B
Achter

Slide 18 - Quiz

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans

Slide 19 - Slide

voor het zelfstandig naamwoord:
  • grand, petit, beau
  • joli, bon, haut
  • meilleur, mauvais, nouveau
  • long, jeune, gros
  • vieux, autre, premier
  • deuxième, dernier

Slide 20 - Slide

Voor of achter het zelfstandig naamwoord?
Joli
A
Voor
B
Achter

Slide 21 - Quiz

Voor of achter het zelfstandig naamwoord?
Bleu
A
Voor
B
Achter

Slide 22 - Quiz

Voor of achter het zelfstandig naamwoord?
Grand
A
Voor
B
Achter

Slide 23 - Quiz

Voor of achter het zelfstandig naamwoord?
Gros
A
Voor
B
Achter

Slide 24 - Quiz

Voor of achter het zelfstandig naamwoord?
Rouge
A
Voor
B
Achter

Slide 25 - Quiz

Au travail
Faites les exercices 106/107  en 109 de grammairriche + schrijfopdracht (zie rechtsboven)

106 gaat over être en bijvoeglijk naamwoord
107 gaat over paragraaf 3.4

Slide 26 - Slide

Au travail
  • Corrigez les exercices 106, 107,109
  • faites l'exercice 112 de grammairriche + schrijfopdracht (zie rechtsboven)
  • Maak de schrijfopdracht in je vaardighedenschrift. Bekijk eerst de fouten van de vorige keer. 
  • Fini? Prenez une magazine, choisissez un article et inventez 3 questions d'examen
vous cherchez les magazines chez la prof
posez des questions si vous en avez!

Slide 27 - Slide