LV 32.2 - Blokjesschema's en oefenblad

Argumentatie II
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Argumentatie II

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- hoe je een argumentatie in een blokjesschema zet; 
- hoe je vragen bij een tekst kunt beantwoorden. 

Slide 2 - Slide

Hoe zat het ook alweer? (1/2)
- Van enkelvoudige argumentatie is sprake op het moment dat het standpunt met één enkel argument wordt onderbouwd. 

- Van meervoudige argumentatie is sprake op het moment dat de schrijver meerdere argumenten bij het standpunt geeft; deze zijn alle voor zich sterk genoeg om het standpunt te ondersteunen. 

Slide 3 - Slide

Hoe zat het ook alweer? (2/2)
- Van onderschikkende argumentatie is sprake als een argument extra kracht bij wordt gezet om het argument te ondersteunen. Dit komt onder het argument onder de stelling te staan. 

- Van nevenschikkende argumentatie is sprake als twee argumenten elkaar nodig hebben om de stelling te ondersteunen. Eén van de twee argumenten is op zichzelf niet genoeg. 

Slide 4 - Slide

Maak blokjesschema's 
- Ik zal niets meer zeggen over de slechte kwaliteit van oude langspeelplaten. Als het over geluidskwaliteit gaat, neem jij toch niets van mij aan.
- Ik denk dat de lege accu er de oorzaak van is dat de auto niet wil starten. Marianne heeft hem het laatst gebruikt en die vergeet wel vaker de lichten uit te doen.

Slide 5 - Slide

Maak een blokjesschema 
- Ik zal niets meer zeggen over de slechte kwaliteit van oude langspeelplaten. (=standpunt) (Want) als het over geluidskwaliteit gaat, neem jij toch niets van mij aan. (=argument)


Slide 6 - Slide

Ik zal niets meer zeggen over de slechte kwaliteit van langspeelplaten. 
Als het over geluidskwaliteit gaat, 
neem jij toch niets van mij aan. 

Slide 7 - Slide

Maak een blokjesschema
- Ik denk dat de lege accu er de oorzaak van is dat de auto niet wil starten (=standpunt). (Want) Marianne heeft hem het laatst gebruikt (=argument 1.1) (en) die vergeet wel vaker de lichten uit te doen. (=argument 1.2)

Slide 8 - Slide

Ik denk dat een lege accu er de oorzaak van is dat de auto niet wil starten
Marianne heeft de auto laatst gebruikt
Marianne vergeet wel vaker de lichten uit te zetten. 

Slide 9 - Slide

Oefenblad
Jullie hebben een oefenblad gekregen. 
- Lees eerst de tekst globaal en vraag je af wat het onderwerp en het schrijfdoel zijn. 
- Lees vervolgens de tekst intensief, onderstreep kernzinnen en ga op zoek naar verbanden binnen de tekst. 
- Beantwoord vervolgens de vragen. 

Slide 10 - Slide