In restaurants staan elke avond opnieuw koks het eten te bereiden. Daarbij gebruiken ze al hun zintuigen.
Bas is chef-kok in een groot restaurant. Samen met de andere koks verzorgt hij elke avond het menu voor de gasten. Bas stuurt de andere koks aan, controleert de kwaliteit van de maaltijden en helpt zelf mee waar dat nodig is.
Om de kwaliteit te controleren, proeft Bas veel gerechten. Voordat hij proeft, snuift hij de geur van het gerecht op. Daarna neemt Bas een hapje. Bas voelt dan de structuur van het gerecht in zijn mond. Wanneer hij bijvoorbeeld aardappelpuree eet, wil hij geen klontjes voelen, maar een gladde puree. Dan proeft hij het eten, waarbij hij de smaak beoordeelt. Tot slot houdt Bas in de gaten hoe de borden worden opgemaakt. Als de borden er mooi uitzien, mogen ze naar de gasten.
In de keuken kan het erg druk zijn en moet je snel werken. Dan gaat er weleens iets mis. De meeste koks hebben wel een oude snijwond of brandwond op hun handen. Omdat het zo druk is, moeten de koks goed samenwerken. Als er een bestelling binnenkomt, roept Bas door de keuken wat er is besteld. Alle koks moeten dan antwoorden: Ja chef! Zo weet Bas dat iedereen hem heeft gehoord.