KERN 38_gezegde in een zin.

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welk vertelperspectief is hier gebruikt?

"Ik sta al een uur te wachten op Ate, mijn chatvriend. Er waait een harde wind en het regent zachtjes. Zou Ate niet meer komen? Ik maak een selfie en app die naar hem door."
A
Ik-verteller
B
Personale verteller (hij/zij vorm)

Slide 5 - Quiz

Welk vertelperspectief is gebruikt?

"Baptiste stond al meer dan een uur voor het Muntplein te wachten op Ate. Hij begon ongeduldig te worden. De afspraak stond al zo lang vast, waarom kwam Ate zo laat aan? Had zijn trein vertraging? "
A
Ik-verteller
B
Personale verteller (Hij/zij vorm)

Slide 6 - Quiz

Vertelperspectieven
Ik verteller
"Ik sta al een uur te wachten op Ate, mijn chatvriend. Er waait een harde wind en het regent zachtjes. Zou Ate niet meer komen? Ik maak een selfie en app die naar hem door."

Personale verteller
"Baptiste stond al meer dan een uur voor het Muntplein te wachten op Ate. Hij begon ongeduldig te worden. De afspraak stond al zo lang vast, waarom kwam Ate zo laat aan? Had zijn trein vertraging? "

Slide 7 - Slide

Wat is het gezegde in de volgende zin:

Simon gaat een eindje fietsen.
A
Gaat
B
Fietsen
C
Gaat fietsen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is het gezegde:
Deze zomer kan er veel overlast van wespen ontstaan.
A
kan
B
veel overlast
C
ontstaan
D
kan ontstaan

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Noteer het gezegde:
Bob heeft een bloedneus gekregen.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Noteer het gezegde:
Kadisha belde mij gisteren op.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Noteer het gezegde:
Het vliegtuig naar Los Angeles wijkt uit naar IJsland.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Noteer het gezegde:
De kat probeert te ontsnappen uit het stadion tijdens de honkbalwedstrijd.

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Noteer het gezegde:
Het lijkt alsof ik aan het praten ben tegen dovemansoren.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Zelfstandig werken
Wat?
Vraag 6, 7, 8 en 9 op bladzij 81.
Tijd?
Einde van de les.
Klaar?
Werk aan NUMO.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide