This lesson contains 12 slides, with text slides.
Motieven = terugkerende, betekenisvolle elementen in het verhaal
abstract motief = bijvoorbeeld liefde, verraad, vriendschap
leidmotief = een steeds terugkerend iets in een verhaal wat symbool staat voor iets. Bijvoorbeeld een uil die voor wijsheid staat.
klassiek motief = motief dat vaak gebruikt wordt. Bijv. assepoestermotief.