Hoofdstuk 3 Lezen (les 1 blokuur)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui en je schrift;
  • je leerwerkboek;
  • je leesboek;
  • laptop (dicht).
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui en je schrift;
  • je leerwerkboek;
  • je leesboek;
  • laptop (dicht).

Slide 1 - Slide

Planning
  • Uitleg fictieonderdeel / stil lezen
  • Opstarten lezen hoofdstuk drie
  • Werkmoment
  • Uitleg tekstopbouw/kernzin
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Slide

Fictie: vragen
Plaats: waar speelt het verhaal zich af? Welke sfeer hangt er?

De nacht was donker, je zag geen hand voor ogen. De bomen leken wel dichter op elkaar te staan dan overdag.

De zon brandde op mijn lijf. Kristel liet een ijsblokje op mijn rug vallen. Op de achtergrond speelde de jukebox.

Slide 3 - Slide

Fictie: tijd
  • In welke tijd speelt het verhaal? Hoe weet je dat?
  • Hoeveel tijd zit er tussen het begin en het eind van het boek?
  • Wordt het verhaal chronologisch verteld?
chrono = tijd, in de volgorde van de tijd

  • Komen er flashbacks in voor?
De schrijver vertelt iets dat in het verleden is gebeurd. Door een oude brief, door een droom, door iemand die het vertelt of denkt.

Slide 4 - Slide

Stil lezen
Aantekeningen maken is slim!!
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 3.3
  • de opbouw van een tekst herkennen
  • de kernzin aanwijzen
  • de hoofdgedachte formuleren
  • hoofd- en bijzaken onderscheiden
  • aanwijzen waar een verwijswoord naar verwijst

Waarom?

Slide 6 - Slide

Wat weet je nog van 1.3 en 2.3?
Verkennend lezen, zoekend lezen en nauwkeurig lezen
Titel en tussenkopje
Onderwerp en deelonderwerp
Alinea's
Feiten / meningen
Moeilijke woorden opzoeken
Tekstverbanden: opsomming, tegenstelling en tijdsvolgorde
timer
3:00

Slide 7 - Slide

VERKENNEND LEZEN
Stappen:
  1. Lees de titel, de eerste en de laatste alinea.
  2. Lees tussenkopjes en vetgedrukte woorden.
  3. Bekijk eventuele afbeeldingen.
  4. Lees de bronvermelding.
Vragen die erbij horen:
  1. Wat is het onderwerp?
  2. Wat voor soort tekst is het?
  3. Met welk doel is de tekst geschreven?
  4. Hoe is de opbouw van de tekst? Inleiding / slot?
  5. Wat is de bron en wie is de schrijver?

Slide 8 - Slide

Nauwkeurig lezen
  1. Lees de tekst zin voor zin.
  2. Let op de informatie die in inleiding en slot staan.
  3. Wat is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt gezegd?
  4. Zijn er moeilijke woorden? Wat betekenen die?
  5. Welk verband is er tussen de tekstdelen? 

Slide 9 - Slide

Tekstverbanden
  • Ten eerste is water drinken gezond. Tevens is het slim om elke dag 30 minuten te bewegen. => opsommend tekstverband
  • Eerst gingen we lezen, daarna gingen we aan de slag met opdrachten. => tijdsvolgorde tekstverband
  • Ik vind school leuk, maar het weekend vind ik nog veel leuker! => tegenstellend tekstverband

Slide 10 - Slide

Werkmoment
  • Maak in je leerwerkboek en schrift van 3.3. lezen opdrachten: 2, 3, 4 en 5.
  • Overleggen met elkaar over de tekst en de vragen.
  • Kijk zelf na via de studiewijzer in Magister. 

Slide 11 - Slide

p. 149

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Werkmoment
  • Maak in je leerwerkboek en schrift van 3.3. lezen opdrachten: 2, 3, 4 en 5.
  • Kijk zelf na via de studiewijzer in Magister. 

Klaar? Lees in je leesboek.

Slide 14 - Slide

Afsluiting
  • Huiswerk staat in Magister.
  • Maandag gaan we verder met lezen 3.3. 

Slide 15 - Slide