Hoofdstuk 3 Lezen (les 3) hoofdgedachte, kernzinnen, hoofd-bijzaken

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui en je schrift;
  • je leerwerkboek.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui en je schrift;
  • je leerwerkboek.

Slide 1 - Slide

Planning
  • Huiswerk bespreken
  • Nieuw: hoofdgedachte, hoofd- en bijzaken
  • Nieuw: verwijswoorden
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Slide

Huiswerk bespreken
3.3. lezen: 6, 7 en 8.
  • 6: tekstopbouw => twee- of driedeling?
  • 7/8: alinea's en kernzinnen
  • onbekende woorden tekst 2 (p. 151)

Slide 3 - Slide

Hoofdgedachte (p. 153)

= het belangrijkste wat de schrijver over een onderwerp zegt.


Hoe formuleer je de hoofdgedachte?

- zoek het onderwerp van de tekst (verkennend lezen)

- noteer in 1 zin het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoofdzaken en bijzaken (p.153)

In elke tekst staat belangrijke en minder belangrijke informatie:

  • Hoofdzaken geven de belangrijkste informatie over het onderwerp van de tekst.
  • Bijzaken geven minder belangrijke informatie. Ze maken de hoofdzaken in de tekst duidelijker (voorbeeld, herhaling of uitleg).

Hoe vind je de hoofdzaken?  Lees mee op bladzijde 153.

Slide 6 - Slide

Waar verwijst het naar?
Mijn broer Willem spaart voor zijn rijbewijs. Hij wil zodra hij zeventien is rijles nemen. Dat doet hij bij rijschool 'Pechloos'.

Hij verwijst naar ................
Dat verwijst naar ......................

Slide 7 - Slide

Verwijswoorden (p. 154)

Een verwijswoord verwijst naar:

  • een ander woord
  • een woordgroep
  • een hele zin

Verwijswoorden zijn bijvoorbeeld: hij, zij, haar, dit, dat.

  • Als je wilt weten waar verwijswoorden naar verwijzen, stel je een vraag die begint met wie, wat, waar of welk(e)

Slide 8 - Slide

Werkmoment
  • Maak van 3.3. lezen: 10, 11 en 12.
  • Werk samen door over je antwoorden te praten.
  • Kijk daarna pas na.

Slide 9 - Slide

Afsluiting
  • Huiswerk staat in Magister.
  • We gaan verder met 3.3. 
  • Neem je leesboek mee!

Slide 10 - Slide