Lezen H4_DEF

Pasta
Pizza
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Pasta
Pizza

Slide 1 - Slide

Wat kies je? En waarom?

Slide 2 - Open question

Instagram
Snapchat

Slide 3 - Slide

Wat kies je? En waarom?

Slide 4 - Open question

Op school les
Onlineles

Slide 5 - Slide

Wat kies je? En waarom?

Slide 6 - Open question

Wat hebben we
geoefend?

Slide 7 - Mind map

Wat is een feit?
Een feit is iets waarvan je zeker weet dat het waar is: 
  • Ik heb een hond.
  • Een Snicker heeft 218 calorieën per 45 gram. 


Slide 8 - Slide

Mening of standpunt
Een mening of standpunt is wat iemand ergens van vindt. 
  • Mijn hond is de liefste van de wereld. 
  • Het is niet erg dat er in Snickers 218 calorieën zitten. 

Slide 9 - Slide

Argument
Als een schrijver een bepaalde mening heeft, gebruikt hij argumenten om die mening te onderbouwen. 
  • Mijn hond is de liefste, omdat hij nooit blaft. 
Een argument herken je aan de signaalwoorden: want, omdat, namelijk en immers. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat is het standpunt in:
We moeten meer fruit eten, want fruit is gezond.

Slide 12 - Open question

Wat past waar? Feit of mening?
Feit
Mening
Feit
Mening
Feit
Mening

Slide 13 - Drag question

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 14 - Open question

Maak een zin met een mening en een argument: Gebruik vakantie, vrienden.

Slide 15 - Open question

Feit of mening?
Zonder mondkapje mag je niet reizen in het openbaar vervoer
A
Feit
B
Mening

Slide 16 - Quiz

Formuleer een feit over het sluiten van de middelbare scholen i.v.m. corona.

Slide 17 - Open question

Formuleer een mening over het sluiten van de middelbare scholen i.v.m. corona.

Slide 18 - Open question

Ik begrijp het verschil tussen een feit, een mening en een argument
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Ik kan uitleggen wat een feit, een mening en een argument is.
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Aan de slag
1) Nakijken opdracht 4, blz. 76 (met antwoordblad, voorin de klas)
2) Maak opdracht 1 en 2, blz. 103 in je schrift
Klaar?
3) Maak opdracht 4, blz. 103 / 104 in je schrift

Slide 21 - Slide