Voorstellen en start werkwoordspelling H1

Welkom!
D. Kremer (ma t/m vrij)

Leg je leesboek vast klaar op je tafel. 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
D. Kremer (ma t/m vrij)

Leg je leesboek vast klaar op je tafel. 

Slide 1 - Slide

Fysiek les: voor de klas staan en namen doornemen. Daarna mijzelf voorstellen. 


1. Opening
2. 10 minuten lezen
3. Voorstellen
4. Start werkwoordspelling
5. Afsluiting

* toets lezen H1 t/m H3 plannen
Deze les

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Tien minuten lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Fysiek les: Leerlingen moeten 10 min lezen. 
Online les: Weglaten. 

Je kan werkwoorden correct spellen. 

Je kan werkwoorden in de gebiedende wijs spellen. 
Leerdoelen deze les:

Slide 4 - Slide

Uitleggen dat ik altijd het leerdoel benoem. Waarom zou ik dat doen? 
Even voorstellen...

Slide 5 - Slide

Start met voorstellen.
Wie ben ik? 
Waar woon ik? 
Wat doe ik in mijn vrije tijd? 
Welke klassen geef ik hier les? 
Wat heb ik in de vakantie gedaan?

  • 8 groepjes van 3 leerlingen. Ga zo bij elkaar zitten. 
  • 1 iemand van je groepje pakt 1 dobbelsteen.

  • Je schrijft allemaal 1 verhaaltje over de kerstvakantie met een paar verplichte woorden (volgende dia). Je mag elkaar helpen, maar jullie verhaaltjes mogen niet hetzelfde zijn.  
Startopdracht dobbelsteen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

  • Je schrijft allemaal 1 verhaaltje over de kerstvakantie met een paar verplichte woorden:
    - betekenen (pvtt)        - vervelen (v.d.) 
    - afsteken (pvvt)           - koken (v.d.) 
    - gebeuren (pvvt)          - missen (pvvt) 

    Verwerk deze woorden in een verhaaltje over jouw vakantie! 
Startopdracht dobbelsteen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Klaar? Wissel jullie 3 verhalen uit met de 3 verhalen van een ander groepje. 

Zie je verschillen in de werkwoordspelling? 
Startopdracht dobbelsteen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Voor het spellen van het voltooid deelwoord gebruik je 't ex-fokschaap
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Voor het spellen van de persoonsvorm in de verleden tijd gebruik je 't ex-fokschaap
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


(Vinden) je deze les ook zo leuk?
A
Vin
B
vind
C
Vindt
D
Vind

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Meneer Kalis (vinden) het hopelijk wel wat.
A
vind
B
vint
C
vindt

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Heeft iedereen zijn naam op Julius' schoenen (vermelden)?
A
vermeld
B
vermelt
C
vermeldt

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Sommige leerlingen (roken) stiekem in het park.
A
rookte
B
rookten
C
rookde
D
rookden

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Maar ze zijn daarvoor flink (straffen).
A
gestraft
B
gestrafd
C
gestrafft
D
gestraffd

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij bediend
B
hij bedient

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Voltooid deelwoord
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Afgelopen weken ... (besteden, vt) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welke werkwoord is een sterk werkwoord?
A
rijden
B
dwalen
C
redden
D
glanzen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Gisteren (raden) wij het antwoord.
A
raden
B
raaden
C
raadden

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Het (gebeuren, tt) dagelijks.
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

(Vluchten, vt) El Chapo vorige maand weer uit de Mexicaanse gevangenis?
A
Vluchte
B
Vlucht
C
Vluchtten
D
Vluchtte

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

(Houden, gw) de bal eens wat langer in de ploeg!
A
Houdt
B
Houd
C
Hout
D
Hield

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Houd de bal eens wat langer in de ploeg! 

Dit is een bevel. Bij zinnen met een bevel gebruik je de gebiedende wijs (gw). In zinnen met een gebiedende wijs staat geen onderwerp. Nooit! 

Je schrijft de gw als de ik-vorm tegenwoordige tijd. 
Gebiedende wijs (1/2)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden: 

  • Stuur je oude oma nu en dan een kaartje.
  • 'Geef elkaar een hand!' gebood de scheidsrechter. 
  • Wijs op de kaart aan waar India ligt. 
  • Raak je vrienden niet kwijt in die drukte. 
  • Let eens wat beter op! 
Gebiedende wijs (2/2)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

  • Lesdoelen behaald? 

  • Huiswerk voor vrijdag: H1 spelling werkwoorden (blz.36) opdracht 1 t/m 4. 
Afsluiting

Slide 26 - Slide

This item has no instructions