Na of naar?
Na
'Na' betekent toch meestal 'achter' of 'volgend op'. Het heeft vaak met tijd te maken. En het is het tegenovergestelde van 'voor'.
• Na het eten gaan we weg.
• Even na tienen begon het feest.
'Na' betekent ook 'nabij':
• Die muziek ligt mij na aan het hart.
Naar
'Naar' heeft vaak met een richting of verwijzing te maken:
• Laten we naar huis gaan.
• Hij stond met de rug naar het raam.
'Naar' betekent ook 'volgens' of 'zoals':
• Naar mijn mening is dit fout.
• Naar men zegt, gaat het sneeuwen.