3a Woordenschat H1

Woordenschat - H1 - Stijlfiguren
3 vwo
Nieuw Nederlands
blz. 26 - 29
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Woordenschat - H1 - Stijlfiguren
3 vwo
Nieuw Nederlands
blz. 26 - 29

Slide 1 - Slide

Lesopbouw
- Mediatheek
- Leesmomentje
- Woordenschat H1: Startopdracht maken
- Woordenschat H1: theorie bespreken en Startopdracht nakijken
- Woordenschat H1: opdracht 1 t/m 6 maken

Slide 2 - Slide

Mediatheek

Slide 3 - Slide

Lezen
Ga tien minuten in je leesboek lezen.


timer
10:00

Slide 4 - Slide

Woordenschat H1: leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat stijlfiguren zijn. 
  • Ik kan uitleggen wat retorische middelen zijn. 
  • Ik kan uitleggen wat repetitio, enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax en omgekeerde climax zijn.
  • Ik kan een repetitio, enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax en omgekeerde climax herkennen in een zin/tekst. 
  • Ik kan woordbetekenis achterhalen door middel van de tekst te lezen of een woordenboek te gebruiken.

Slide 5 - Slide

Aan de slag!
  1. Schrijf de volgende titel in je schrift: Woordenschat - Stijlfiguren: repetitio en enumeratio (blz. 26)
  2. Maak de Startopdracht (blz. 26). Je hebt maximaal zeven minuten de tijd. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
  1. Maak opdracht 1, 2 en 5 (blz. 26 - 29). Schrijf de antwoorden in je schrift.  Zet steeds het opdrachtnummer duidelijk bij de opdracht. Werk netjes!
  2. Maak opdracht 4 en 6.

Slide 11 - Slide

Bespreken
Opdracht 1 bespreken.

Slide 12 - Slide

Huiswerk
H1 Woordenschat (blz. 26 t/m 29): maak opdracht 1, 2, 5 en opdracht 4.1 woordjes 1 t/m 10 in je schrift. 

Slide 13 - Slide

Les 2 - H1 Woordenschat: stijlfiguren
3 vwo
Nieuw Nederlands
blz. 26 - 29

Slide 14 - Slide

Lesopbouw
- Lezen
- Klassikaal herhalen
- Opdrachten nakijken
- Opdrachten maken
- Afsluiting

Slide 15 - Slide

Lezen
Ga tien minuten in je leesboek lezen.


timer
10:00

Slide 16 - Slide

Woordenschat H1 (blz 26): leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat stijlfiguren zijn. 
  • Ik kan uitleggen wat retorische middelen zijn. 
  • Ik kan uitleggen wat repetitio, enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax en omgekeerde climax zijn.
  • Ik kan een repetitio, enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax en omgekeerde climax herkennen in een zin/tekst. 
  • Ik kan woordbetekenis achterhalen door middel van de tekst te lezen of een woordenboek te gebruiken.

Slide 17 - Slide

Je hebt mensen en mensen.

A
Drieslag
B
Anticlimax/omgekeerde climax
C
Repetitio
D
Enumeratio

Slide 18 - Quiz

'Vanavond nog lichte, vanaf morgen matige en na het weekend strenge vorst.'
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag

Slide 19 - Quiz

Wat ben jij een miezerig, vervelend, irritant, misselijk ventje
A
drieslag
B
enumeratio
C
climax
D
repetitio

Slide 20 - Quiz

Hij voelde zich goed, geweldig, fantastisch toen hij geslaagd was.
A
opsomming in drieën
B
enumeratio
C
repetitio
D
climax

Slide 21 - Quiz

Hij dacht een auto te hebben gewonnen, maar het was zelfs geen fiets. Zijn prijs was een zakradiootje.
A
anticlimax
B
drieslag
C
opsomming in drieën
D
enumeratio

Slide 22 - Quiz

Vroeger gold: verliefd, verloofd, getrouwd; maar hoe is dat tegenwoordig?
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag

Slide 23 - Quiz

Geen gezeur: je bord leeg eten, de spullen in de vaatwasser zetten en dan snel aan je huiswerk voor morgen.
A
Repetitio
B
Opsomming in drieën
C
Enumeratio
D
Drieslag

Slide 24 - Quiz

Het vlees, de organen, de botten, de huid, de hoorns, echt alles van de koe wordt verwerkt tot producten.
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag

Slide 25 - Quiz

Om corona te stoppen moeten we testen, testen, testen.
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag

Slide 26 - Quiz

Regenwouden, tropische stranden, exotische dieren en bijzondere steden hebben we gezien.
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Opsomming in drieën
D
Climax

Slide 27 - Quiz

Nakijken
Opdracht 1 en 2 zelfstandig nakijken.
Opdracht 5 deels klassikaal en deels zelfstandig nakijken.

Slide 28 - Slide

Aan de slag!
1. Maak opdracht 4.
2. Maak opdracht 6.
3. Maak opdracht 3.
Klaar? Ga lezen in je leesboek.

Slide 29 - Slide

Huiswerk
H1 Woordenschat (blz. 26 t/m 29): maak opdracht 1 t/m 6.

Slide 30 - Slide