6. Je beschrijft verschillende manieren van membraantransport.
7. Je verklaart de veranderingen bij een plantencel in een omgeving met een afwijkende osmotische waarde.
8. Je verklaart de veranderingen bij een dierlijke cel die in een omgeving komt met een afwijkende osmotische waarde.
9. Je legt uit hoe osmose de houdbaarheid van voedsel kan verlengen.