fictie 1.1 en 2.1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom in deze les!

Pak je leesboek     Leg je                                                     spullen klaar

Geen telefoon         Laptop                                                    dicht

Doelen

Ik weet wat fictie en non-fictie is.

Ik weet wat realistische fictie en niet-realistische fictie is.

Ik weet wat hoofdpersonen zijn.

Ik weet wat bijpersonen zijn.

Wat is fictie?
Als je het niet weet, zet je een vraagteken als antwoord.

opdracht

pak je schrift:

• schrijf een kort verhaaltje op (ongeveer 10 zinnen)
• Is het verhaaltje verzonnen of is het echt gebeurd?

theorie

Fictie = alles wat verzonnen is

niet alleen leesboeken, maar ook strips, films, toneelstukken en gedichten

Non-fictie = alles wat niet verzonnen is

dus: schoolboeken, nieuwsberichten, kookboeken en een handleiding zijn voorbeelden van non-fictie

Is jouw verzonnen verhaal fictie of non-fictie?

fictie

Een verzonnen verhaal (fictie) kan

1. realistisch zijn (het kán echt gebeurd zijn)
2. niet-realistisch zijn (het kan niet echt gebeuren)

Kun je een voorbeeld noemen?

non-fictie

Is altijd realistisch. Het is immers echt gebeurd.

Soms is er wel iets bij verzonnen om het verhaal duidelijker te maken.

samengevat

fictie= alles wat verzonnen is, 

Voorbeelden: leesboeken,strips, films, toneelstukken en gedichten.

non-fictie=alles wat niet verzonnen is, Voorbeelden:Schoolboeken, nieuwsberichten, kookboeken,een handleiding.

Realistische fictie is fictie die 'net echt' is. 

Niet-realistisch fictie is fictie die niet waar kan zijn,sprookjes en fantasy zijn voorbeelden van niet-realistische verhalen.

In een schema

Even oefenen

Er komen nu een paar oefeningen

Is dit boek fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Zijn deze boeken fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Is dit fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Is dit fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Wat voor soort boek is dit?

1. realistische fictie
2. niet realistische fictie

Wat voor soort boek is dit?

1. realistische fictie
2. niet realistische fictie

opdracht

Ga naar Talent 1.1 fictie opdracht 1.

Zoek ook 1.1 fictie opdracht 1 op in je lesboek (blz 8)

We gaan even oefenen met het invullen van de antwoorden van opdr. 1, 2 en 3.

We lezen opdr. 4 en daarna lees ik tekst 1 voor.

opdrachten maken

Geef antwoord in hele zinnen.

Begin met een hoofdletter en eindig met een punt.

Let goed op spelling.

Als er staat leg uit: doe dat dan ook.

Maak opdracht 4 en 6

Lees daarna tekst 2 en maak opdracht 7. Klaar? Ga stillezen.

1.Wat is fictie?
2. in welke twee soorten kun
je fictie verdelen?

starten

tekst 3 voorlezen, vraag 8,9,10 en 11 maken

leestips blz 15 lezen

Hoofdpersonen en bijpersonen 2.1

Wat is het verschil?

Waaraan herken je een hoofdpersoon?

hoofdpersoon

Over de hoofdpersoon kom je te weten:

• wat hij of zij denkt en voelt;

• wat zijn of haar karaktereigenschappen zijn (bijvoorbeeld: verlegen,                   zelfverzekerd, nieuwsgierig, egoïstisch);

• hoe hij of zij eruitziet;

• waar, hoe en met wie hij of zij woont.

Hoofdpersonen leer je goed kennen in een boek. Daarom kun je je goed inleven in een hoofdpersoon.

Waaraan herken je een bijpersoon?

Bijpersoon

Van bijpersonen krijg je meestal geen gedachten en gevoelens te lezen.

Van bijpersonen weet je vaak wel het uiterlijk

Doelen behaald?

Ik weet wat fictie en non-fictie is.

Ik weet wat realistische fictie en niet-realistische fictie is.

Ik weet wat hoofdpersonen zijn.

Ik weet wat bijpersonen zijn.

even oefenen

maak van hoofdstuk 1 paragraaf 1 (fictie)

opdracht 5,6