1.1 Fictie

Welkom 
Fictie 1.1


Leg je leesboek/ boek/ laptop/ etui/ studiewijzer
op tafel
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom 
Fictie 1.1


Leg je leesboek/ boek/ laptop/ etui/ studiewijzer
op tafel

Slide 1 - Slide

Planning
  • Denkvierkant 
  • Lesdoelen
  • Uitleg 
  • Oefenvragen
  • Maken
  • Lesdoelen check

Slide 2 - Slide

Denkvierkant

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...
- kun je het verschil tussen fictie en non-fictie benoemen
- weet je wat realistische en niet-realistische fictie is

Slide 4 - Slide

Maken 1.1


Opdracht 1 

Slide 5 - Slide

Fictie en non-fictie
  • Verzonnen = fictie:
Leesboeken, strips, films, toneelstukken en gedichten. 

  • Niet verzonnen is = non-fictie.
Schoolboeken, nieuwsberichten, kookboeken en een handleiding.

Slide 6 - Slide

Realistisch en niet-realistisch
Realistisch                     fictie dat 'net echt' is.


Niet-realistisch            fictie dat niet waar kan zijn (sprookjes en 
                                            fantasy)

Slide 7 - Slide


Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 8 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 9 - Quiz


A
Realistisch
B
Niet realistisch

Slide 10 - Quiz


A
Realistisch
B
Niet realistisch

Slide 11 - Quiz

Maken
1.1 opdracht: 3 en 4

Klaar? Opdracht 5
timer
10:00
Met wie? Zelfstandig

Slide 12 - Slide

Lesdoelen check

Sta op wanneer het realistische fictie is.

Blijf zitten wanneer het niet-realistische fictie is.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Huiswerk
1.1: opdracht 10 (DIGITAAL)

Slide 17 - Slide

Welkom 
Fictie 2.1


Leg je leesboek/ boek/ laptop/ etui/ studiewijzer
op tafel

Slide 18 - Slide

Planning
  • Denkvierkant 
  • Lesdoelen
  • Uitleg 
  • Maken
  • Lesdoelen check

Slide 19 - Slide

Denkvierkant

Slide 20 - Slide

Maken 2.1

Opdracht 1 
timer
2:00

Slide 21 - Slide

Hoofdpersonen
Personages verdeel je in hoofdpersonen en bijpersonen. 
Hoofdpersoon kom je te weten: 
  • wat hij/zij denkt of voelt
  • karaktereigenschappen over diegene (zelfverzekerd/verlegen)
  • hoe hij of zij eruitziet
  • waar, hoe en met wie hij/zij woont

Hoofdpersonen leer je goed kennen in je boek, daarom kun je je goed inleven

Slide 22 - Slide

Bijpersonen
Over bijpersonen krijg je veel minder informatie;
van bijpersonen krijg je meestal geen gedachtes of gevoelens te lezen. 

Slide 23 - Slide

Maken 2.1


Opdracht 3 en 4

Slide 24 - Slide

Lesdoelen check 
Wat heb je geleerd?
Wat ging er goed?

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide