THEATER MAKEN | LES 2 Werken met de RUIMTE -> Mise-en-scène

THEATER MAKEN | LES 2
Werken met de RUIMTE -> Mise-en-scène
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DramaMBOMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3Studiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

THEATER MAKEN | LES 2
Werken met de RUIMTE -> Mise-en-scène

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

OPWARMER | NAMENBAL
Onze afspraken tijdens drama
1. Luister naar elkaar en praat er niet doorheen.
2. Ga voorzichtig om met elkaar en ons materiaal.
3. Blijf bij je groepje en werk samen aan de opdracht.
4. Heb respect voor elkaar.
5. Telefoon in je kluisje.

Heeft docent hand omhoog? = wees stil en luister naar de uitleg.

Slide 2 - Slide

Bespreek kort de regels van drama.
Tijdens de vorige les heeft elke klas afspraken met elkaar gemaakt. Dit is een samenvatting van alle afspraken.
Wat gaan wij deze les doen?
  • Oefenen met mise-en-scène
  • Zelfstandig oefenen voor de speltoets

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

wat is
mise-en-scène ?
A
spanning in de scene
B
Aankleding met kostuum en grime
C
ruimte gebruik van de acteurs
D
Het decor van een voorstelling

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Mise-en-scène
  • Mise-en-scene betekent letterlijk: 'in de scène zetten/plaatsen'
  • Je decor moet je scène helpen en de spelgegevens verduidelijken!
    Waar zet je de decorstukken neer? En wat gaat dat betekenen?
    In het midden van het speelvlak of juist niet? Voor of achter toneel?
    Een enkele bezem vooraan in het midden van het toneel zegt iets heel anders dan een bezem ver weg geplaatst tussen andere spullen in.
    Waar wil je dat de focus ligt? 
  • Mise-en-scene gaat over de vraag: waar plaats je wat op het toneel? 


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe geef je de mise en scene weer?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Mise-en-scene
  • Mise-en-scene gaat ook over hoe de personages zich op de vloer bewegen en waar ze staan in het toneelbeeld.
    Hoe verhouden de personages zich tot elkaar? Wat vinden zij van elkaar?

  • Mise-en-scene gaat ook over de vraag: waar plaats je wie op het toneel? 

  • Tip: tijdens het repeteren kun je experimenten met de mise-en-scene.
    Is de opkomst en afgang van de personages voor de hand liggend?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Warming-Up: Associëren
  • Kies een Waar.
  • Wie kunnen er op deze locatie zijn?
  • Wat doen deze personages op deze locatie?
  • Maak een mise-en-scène

timer
1:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Spelopdracht:
Twee stoelen decor

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Spelopdracht:
Stoel in de kring
  • Bedenk een locatie die uitgebeeld kan worden met slechts 2 stoelen. 
  • Zonder te praten beeldt je de locatie uit.
  • Uitdaging: Probeer ook de Wie en Wat mee te nemen!
timer
3:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig repeteren
  • Werk aan de mise-en-scène van jullie scène.
  • Oefen, leer en stamp de tekst!
  •  Denk na over je personage: fysieke transformatie en je kostuum. -> volgende week in de les werken we aan je personage

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

OPWARMER | NAMENBAL
Afronding les 3 

Hoe kan je de waar duidelijk maken in spel?
  • Met je FysiekMimiek en soms ook in tekst!
  • Hoe kan je de 4e muur theatraal maken?
  • 4e muur gebruiken in spel (tv, koelkast, spiegel, etc).

Slide 14 - Slide

This item has no instructions