Woordenschat - lachen

Woordenschat
Hoe voel jij je?
Hoe kan je dat met je gezicht laten zien?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woordenschat
Hoe voel jij je?
Hoe kan je dat met je gezicht laten zien?

Slide 1 - Slide

Wie wilt mij helpen?
Welk gevoel beelden wij uit?

Slide 2 - Slide

Uitgelaten:
Heel blij zijn, je laat dat merken met geluid

Slide 3 - Mind map

Droevig:
Ik voel mij heel treurig of verdrietig

Slide 4 - Mind map

Bezorgd:
Ik ben bang dat er misschien iets fout gaat.

Slide 5 - Mind map

Opgelucht:
Ik ben niet meer bang dat er iets fout gaat.

Slide 6 - Mind map

Glimlachen:
Je ziet een lach op je gezicht,
maar je mond is dicht en je maakt geen geluid.

Slide 7 - Mind map

Schateren:
Hard en vrolijk lachen

Slide 8 - Mind map

Het uitgieren:
Heel hard lachen, met veel lawaai

Slide 9 - Mind map

Quiz!

Slide 10 - Slide


Wat zie je hier?
A
Droevig
B
Glimlach
C
Opgelucht
D
Uitgelaten

Slide 11 - Quiz


Wat zie je hier?
A
Glimlachen
B
Schateren
C
Bedroefd
D
Het uitgieren

Slide 12 - Quiz


Wat zie je hier?
A
Glimlachen
B
Schateren
C
Bedroefd
D
Het uitgieren

Slide 13 - Quiz


Wat zie je hier?
A
Bezorgd
B
Glimlach
C
Opgelucht
D
Uitgelaten

Slide 14 - Quiz


Wat zie je hier?
A
Glimlachen
B
Schateren
C
Bedroefd
D
Het uitgieren

Slide 15 - Quiz


Wat zie je hier?
A
Bezorgd
B
Glimlach
C
Opgelucht
D
Uitgelaten

Slide 16 - Quiz


Wat zie je hier?
A
Droevig
B
Bezorgd
C
Glimlach
D
Uitgelaten

Slide 17 - Quiz

Even controleren!
Wat weet je nog?

Slide 18 - Slide

Leg uit: Wanneer ben je opgelucht?

Slide 19 - Open question

Leg uit: wat is glimlachen?

Slide 20 - Open question

Wat zie je hier?
Ze zijn:

Slide 21 - Open question

Welk woord hoort hierbij?
Heel hard lachen, met veel lawaai

Slide 22 - Open question

Welk woord hoort hier bij?
Ik voel mij heel treurig

Slide 23 - Open question

Droevig
Bezorgd
Glimlach
Uitgelaten
Opgelucht
Schateren
Het uitgieren
Blij
Niet blij

Slide 24 - Drag question