What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
plein thema 1
plein thema 1
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
plein thema 1
Slide 1 - Slide
werkwoord DRINKEN
ik
drink
(stam) wij
drinken
jij
drinkt
(stam+t) jullie
drinken
u
drinkt
(stam+t)
hij
drinkt
(stam+t) zij
drinken
zij
drinkt
(stam+t)
(infinitief)
Slide 2 - Slide
werkwoord ZIJN
ik
ben
wij
zijn
jij
bent
jullie
zijn
u
bent
hij
is
zij
zijn
zij
is
Slide 3 - Slide
werkwoord HEBBEN
ik
heb
wij
hebben
jij
hebt
jullie
hebben
u
heeft
hij
heeft
zij
hebben
zij
heeft
Slide 4 - Slide
Ik (hebben) een zus en een broer.
A
heeft
B
hebt
C
heb
D
hebben
Slide 5 - Quiz
Tess (hebben) een zus.
A
heeft
B
hebt
C
heb
D
hebben
Slide 6 - Quiz
Jij (zijn) iedere maandag ziek.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn
Slide 7 - Quiz
De hond (zijn) ziek.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn
Slide 8 - Quiz
Tess, Kaya en Esra (drinken) een kopje thee.
A
drink
B
drinkt
C
drinken
Slide 9 - Quiz
De jongen (lopen) naar de bushalte.
A
loop
B
loopt
C
lopen
D
lopt
Slide 10 - Quiz
De ouders van Tess (praten) met haar vrienden.
A
prat
B
praat
C
praten
Slide 11 - Quiz
Mijn tante en oom (wonen) in Jakarta.
A
woon
B
wont
C
won
D
wonen
Slide 12 - Quiz
Ik (komen) uit Indonesië.
A
kom
B
koom
C
komt
D
komen
Slide 13 - Quiz
Jij (hebben) een tante in Jakarta.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben
Slide 14 - Quiz
Zij (zijn) mijn beste vriendin.
A
zijn
B
is
C
ben
D
bent
Slide 15 - Quiz
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
wij, we
jullie
zij, ze
mijn tas
je tas, jouw tas
uw tas
zijn tas
haar tas
onze tas, ons boek
jullie tas, je tas
hun tas
Slide 16 - Slide
Dit is ________ pen. (ik)
A
mij
B
mijn
C
ik
D
ons
Slide 17 - Quiz
Deze auto is van mijn ouders. Het is _____ auto.
A
mijn
B
jullie
C
hun
D
zijn
Slide 18 - Quiz
Dit is de telefoon van mijn zus. Het is _________ telefoon.
A
hun
B
haar
C
mijn
D
zijn
Slide 19 - Quiz
Deze laptop is van mijn broer. Het is __________ laptop.
A
hun
B
haar
C
mijn
D
zijn
Slide 20 - Quiz
Is dit _______ fiets? (jij)
A
je
B
jou
C
jouw
D
jij
Slide 21 - Quiz
Pakken jullie ______ boek uit je tas?
A
jullie
B
zijn
C
je
D
hun
Slide 22 - Quiz
Wij gaan iedere zondag naar _______ opa en oma.
A
hun
B
ons
C
zijn
D
onze
Slide 23 - Quiz
Mevrouw? Is dat _____ portemonnee?
A
jou
B
jouw
C
u
D
uw
Slide 24 - Quiz
Het regent. De kinderen doen _______ regenjas aan.
A
zijn
B
onze
C
hun
D
jouw
Slide 25 - Quiz
More lessons like this
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
February 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
De OTT
September 2024
- Lesson with
14 slides
Werkwoorden overhoring
25 days ago
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secondary Education
Les 1
September 2023
- Lesson with
18 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
werkwoorden isk b
November 2023
- Lesson with
24 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
4 Taal deel 1
March 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
October 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7
Werkwoordspelling
March 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs